1. Kader, feiten en proces

1.2 Adviesaanvraag College van B&W

Op 1 oktober 2019 ontving de RRKC de Adviesaanvraag van het college van B&W voor het Cultuurplan 2021-2024 (zie bijlage A). In deze paragraaf is de adviesaanvraag samengevat. In de aanvraag verzoekt het college de RRKC om gemotiveerd advies uit te brengen over de:

  • artistieke en inhoudelijke kwaliteit van de aanvragers en de plannen;
  • positie van de aanvragers in het Rotterdamse en (inter)nationale culturele veld;
  • de bedrijfsvoering, de toepassing van de Governance Code Cultuur, de Code Diversiteit & Inclusie en de Fair Practice Code;
  • aansluiting van de aanvraag bij de uitgangspunten van het cultuurbeleid 2021-2024 (inclusiviteit, innovatie en interconnectiviteit)
  • hoogte van het subsidiebedrag.

Financieel kader
Het financiële kader voor het advies is een jaarlijks bedrag van € 83.979.500 (prijspeil 2019) minus € 1.500.000 voor de Impulsregeling Cultuur en de Plusprogramma’s. Een bedrag van € 42.630.500 is gereserveerd voor de acht RCB-instellingen. Deze instellingen worden geacht meer verantwoordelijkheid te nemen voor de Rotterdamse cultuursector als geheel en voor de talenten in de stad. Het college beschouwt deze instellingen als strategische partner voor de opgaven waar de stad voor staat; hun voortbestaan staat niet ter discussie. De RRKC hoeft geen uitspraak te doen over het subsidieniveau voor deze instellingen. Na aftrek van deze onderdelen en de subsidies aan de intermediaire instellingen (KCR, Cultuur Concreet en SKAR) blijft € 37.821.500 (prijspeil 2019) over voor de overige aanvragen. Het budget prijspeil 2020 is € 38.389.000. De RRKC heeft op basis van dit bedrag geadviseerd . Tevens vraagt het college de RRKC om over het BKV-budget te adviseren. Hiervoor is € 2.2 miljoen beschikbaar. Het college vraagt bij de beoordeling van de aanvragen aan te geven welke instellingen binnen het voor het Cultuurplan 2021-2024 gereserveerde kader vallen en welke instellingen met een positief advies van de RRKC buiten het financiële kader voor het Cultuurplan vallen.

De adviestermijn eindigt als de RRKC het advies aan het college aanbiedt; in de adviesaanvraag staat vermeld dat dit op 1 juni gebeurt. Door de Coronamaatregelen is enige vertraging opgetreden. Met het college is overeengekomen dat het advies nu op 17 juni wordt aangeboden.

Rotterdam Festivals, gebiedscommissies en wijkraden
Het college verzoekt de RRKC de gebiedscommissies en wijkraden te consulteren over de rol en functie van instellingen waarvan de kernactiviteit is bedoeld voor een van de gebieden, en om bij de ingediende festival- en evenementenaanvragen de analyse van Rotterdam Festivals te betrekken.

Uitgangspunten cultuurbeleid: de 3 I’s
Het college vraagt de RRKC om de drie uitgangspunten voor het cultuurbeleid (inclusiviteit, innovatie en interconnectiviteit) bij de beoordeling te betrekken, maar daarbij het uitgangspunt Inclusiviteit zwaarder te laten wegen. Het gaat om de wijze waarop instellingen hun beleid ten aanzien van de Code Diversiteit & Inclusie vormgeven en het realiteitsgehalte daarvan. Bij de beoordeling van aanvragen op het terrein van specifieke disciplines verzoekt het college de volgende actuele beleidsnota’s te betrekken bij de beoordeling:

Ten aanzien van Inclusiviteit vraagt het college een integrale analyse over de wijze waarop culturele instellingen invulling geven aan de oproep tot meer inclusiviteit. Bij het uitgangspunt Inclusiviteit dient de RRKC in het advies te betrekken in welke mate het aanbod van culturele instellingen toegankelijk en bereikbaar is. Ook wil het college graag weten of dit aanbod aansluit op de wensen en behoeften van de stads-, wijk- of gebiedsbewoners.

De RRKC is gevraagd een oordeel te geven over publieksbereik, publiekssegmentatie en spreiding over de stad van het culturele aanbod van de sector als geheel, mede op basis van publieksgegevens voor Whize (voorheen Mosaic). Op het gebied van cultuuronderwijs vraagt het college de RRKC om de kwaliteit van het cultuureducatief programma van instellingen voor wie cultuuronderwijs een belangrijk deel van de activiteiten uitmaakt te beoordelen en na te gaan hoe deze aanvragers zijn ingegaan op de vragen over beleid en doelstellingen voor:

  • binnenschools aanbod
  • positionering van cultuuronderwijs binnen de organisatie
  • samenwerking met andere scholen
  • methodiek
  • monitoring
  • verwachte resultaten en impact.

Het college vraagt de RRKC over Innovatie om een integrale analyse te formuleren en de cultuurplanaanvragen te beoordelen op hun bijdrage hieraan, met als aandachtspunten:

  • vernieuwing van aanbod en genres
  • vernieuwing van werkwijzen gericht op het bereiken van nieuwe publieksgroepen
  • het presenteren van aanbod op nieuwe/andere locaties
  • ruimte bieden aan nieuwe makers en talenten.

Ook voor het uitgangspunt Interconnectiviteit verzoekt het college om een integraal beeld van de wijze waarop culturele instellingen dit hebben uitgewerkt.

Governance Code Cultuur, Code Diversiteit & Inclusie en Fair Practice Code
Het college verzoekt de RRKC in het bijzonder in te gaan op de manier waarop de aanvragers zeggen invulling te (zullen) geven aan de Code Diversiteit & Inclusie en de Fair Practice Code. Op het punt van fair practice vraagt het college te komen tot een beoordeling ‘op maat’ en coulance te betrachten in het oordeel over een eventuele lagere output van prestaties.

Rotterdamse Culturele Basis
Het college verzoekt om bij beoordeling van de aanvragen van de RCB-instellingen specifiek het realiteitsgehalte van het plan van aanpak en de omgang met fair practice en de Code Diversiteit & Inclusie te bekijken. De RRKC gaat in zijn beoordeling expliciet in op hoe de aanvrager de gevraagde instellingsoverstijgende verantwoordelijkheid voor de sector als geheel opvat en gestalte geeft, de realiseerbaarheid van het plan van aanpak in samenhang met de reguliere aanvraag en op de omgang met de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie. Van de RRKC wordt nadrukkelijk geen uitspraak gevraagd over het passende subsidieniveau voor de instellingen die tot de RCB gaan behoren, zie bijlage B.

BKV-gelden
Voor de aanvragers die een beroep doen op de BKV-regeling verzoekt het college te beoordelen of en hoe het plan bijdraagt aan het productieklimaat voor beeldende kunst en vormgeving en of het plan zoveel mogelijk ten goede komt aan inkomensvorming van kunstenaars (minstens 70 procent van de activiteiten moet inkomensvormend zijn).

Collectiebeleidsplannen
Het college verzoekt de RRKC in zijn advies over de desbetreffende organisaties het collectiebeleidsplan te betrekken en in het bijzonder de volgende vragen te beantwoorden:

  • Zijn in het collectiebeleidsplan alle elementen beschreven conform Leidraad Collectiebeleidsplan?
  • Staan er aanbevelingen in de ‘verklaring van verantwoord collectiebeheer 2019 ’ en zijn deze geadresseerd in het nieuwe collectiebeleidsplan?
  • Wordt op basis van het collectiebeleid van de instelling de gemeentelijke collectie goed – dus conform algemeen geldende maatstaven in de sector – beheerd?
  • Draagt het collectiebeleid van de instelling bij aan het realiseren van de visie van de Gemeente op de collectie ‘Schatten van Rotterdam’?
  • Is er een logische en goed onderbouwde relatie tussen het collectiebeleidsplan en het meerjarenbeleidsplan van de instelling?
  • Draagt het collectiebeleid van de instelling bij aan het realiseren van de visie van de Gemeente op de collectie ‘Schatten van Rotterdam’?