WORM

Advies

Geadviseerd subsidiebedrag
€ 627.000
Gevraagd subsidiebedrag
€ 782.478
Subsidie in Cultuurplan 2017-2020
€ 627.000
Prijspeil 2020. Bron: Gemeente Rotterdam

Samenvatting van het advies

Beoordeling van de aanvraag

De RRKC adviseert positief over de aanvraag van WORM. Dit podium slaagt er al jaren in compromisloos te programmeren en hier publiek voor te vinden. WORM werkt ‘post-disciplinair’, verrassend, toont lef, heeft zeggingskracht en is autonoom. Door ‘gedecentraliseerd curatorschap’ in Do-It-Yourself-stijl presenteert WORM een programma dat bestaat uit een uniek conglomeraat van culturele niches. WORM is een voorbeeld voor de omgang met (culturele) community’s.

Geadviseerd subsidiebedrag

De RRKC adviseert de aanvraag te honoreren voor het huidige subsidiebedrag. Hiermee kan de organisatie doorgaan op het huidige niveau en kan de nieuwe directie meer focussen op de gekozen richting.

Samenvatting van de aanvraag geschreven door de instelling

De cultuursector bevindt zich in een overgang van een traditioneel, op homogene disciplines en publieksbereik gebaseerde programmering, naar vloeibare, hybride en heterogene vormen van productie, programmering, presentatie en publieksbenadering. WORM juicht deze veranderingen toe en gelooft daarbij hartstochtelijk in de artistieke potentie van grootstedelijk samenleven! Maatschappelijk zien we een fantastische rijkdom aan culturele diversiteit in onze stad, met grote veelzijdigheid aan uitingen. Tegelijkertijd zien we versnippering van gemeenschappen, die eerder langs dan met elkaar leven. We zien kortom een stad (land, wereld) met de behoefte aan ruimtes voor alternatieve vormen van cultuurproductie en -receptie en de noodzaak aan zichtbare bruggenbouwers die zich in deze ruimtes manifesteren. Hiervoor ontwikkelden we WORM Open City.

In de afgelopen jaren groeide WORM uit tot ‘cultuurhuis van de 21ste eeuw’ voor productie en presentatie van nieuwe alternatieve cultuur. Hier staat niet een maker of kunstenaar, kunstdiscipline of doelgroep centraal: het is de uitwisseling, de wederzijdse kennisdeling, reflectie en inspiratie die het startpunt vormt van ons doen en laten.

We stellen onze programmering open voor actieve Rotterdammers en gemeenschappen wiens opvattingen nog onvoldoende in de (culturele) instituten zijn gerepresenteerd. Zij zijn de toekomstbouwers van de stad: ze zien wat er gebeurt en hebben vaak alternatieve voorstellen/methodes. WORM kan hieraan bijdragen door letterlijk en figuurlijk ruimte te bieden, waarbij we onszelf zien als ultieme testomgeving. Begrippen als ‘kwaliteit’ en ‘succes’ worden in onderling overleg gedefinieerd. Deze benadering leidt tot grote diversiteit in aanbod en publieksbereik. Door programma’s en producties parallel in het gebouw te laten plaatsvinden ontstaat een kruispunt waar de regels nog voor moeten worden bedacht: een ‘shared space’ die ontmoetingen en verrassingen uitlokt, die dissidente stemmen niet schuwt. De combinatie van ons enthousiasme en onze aanpak blijft niet onopgemerkt: we bouwen duurzame relaties met lokale, nationale en internationale partners.

Voor de periode 2021-2024 brengen we de thematiek van WORM Open City verder in praktijk met daarbij de volgende doelen:
– We prioriteren in onze programmering Rotterdamse (kunstenaars) community’s die elders in de stad hun ei niet kwijt kunnen. Hierbij geven we de regie nog verder uit handen.
– We werken aan het publieksvergroting en -verbreding door samen met community’s en partners op te trekken. In onze communicatie willen we zowel het merk WORM als de programmering beter/gerichter onder de aandacht brengen.
– Als ontwikkelinstelling in de Rijks BIS ontwikkelen we de mogelijkheden van Performance als kunstvorm.
– We versterken en verduurzamen ons Rotterdamse en (inter)nationale netwerk door het verbinden van initiatieven en kennisuitwisseling tussen partners.

Onze jaarlijkse ambities in cijfers:
– we presenteren 500 publieksprogramma’s;
– we verwelkomen 100.000 bezoekers waarvan 41.675 geregistreerd (norm 2022) met een stijging van max. 5% per jaar;
– we ondersteunen 300 makers en gemeenschappen met ruimte, expertise en netwerk, waarvan 100 makers binnen de ambitie als ontwikkelinstelling. Van de 300 makers presenteren we zo’n 200 binnen ons publieksprogramma;
– we ontwikkelen minimaal 25 performanceproducties, met minimaal 25 (inter)nationale speelbeurten;
– binnen onze internationale netwerken circuleren 20 Rotterdamse makers.

Beoordeling van de aanvraag

Als WORM niet bestond, zou Rotterdam iets missen. WORM slaagt er immers al jaren in compromisloos te programmeren. Het ‘post-disciplinaire’ programma verrast, toont lef en heeft zeggingskracht. Als autonoom platform heeft WORM weinig boodschap aan specifieke beleidswensen, maar hanteert een eigen filosofisch-wetenschappelijke benadering. Het platform omarmt een zekere mate van chaos en zijn meerjarenbeleidsplan maakt gebruik van de taal van actuele denkers, die weliswaar inmiddels tot de gevestigde orde behoren, maar daarin wel de rol van ‘buitenbeentje’ vervullen.

Artistieke kwaliteit
WORM werkt zonder vaste programmeur en kiest per programmaonderdeel een externe creative producer, die als ‘partner’ wordt gepositioneerd, een concept dat WORM Open City noemt. In rap tempo signaleert het podium nieuwe initiatieven in de stad en haalt die snel naar binnen, maar legt de verantwoordelijkheid bij deze nieuwe ‘curatoren’ zelf, zodat zij hun eigen expertise kunnen inzetten om de programma’s zo authentiek mogelijk te presenteren en organisatorisch te kunnen doorgroeien. WORM programmeert dus eigenlijk niet meer alles zelf, maar faciliteert culturele community’s en laat de artistieke invulling aan hen over. Programma’s komen al improviserend tot stand. Op deze manier weet WORM activiteiten diep vanuit de kern van culturele niches te presenteren, met optimaal behoud van kwaliteit en authenticiteit.

Dit ‘gedecentraliseerd curatorschap’ in Do-It-Yourself-stijl pakt beter uit dan toen WORM nog alles zelf programmeerde. Het huidige programma laat zich kenschetsen als een uniek conglomeraat van niches. De artistieke kwaliteit van het aanbod is hoog, vooral die van de performance-activiteiten. Wel merkt de RRKC op worden dat muziek langzamerhand wat ondergesneeuwd lijkt te raken in de steeds meer naar andere disciplines en kruisbestuivingen uitdijende programmering.
De keerzijde van de steeds bredere (her)oriëntatie van WORM is het verlies van helderheid van het artistieke profiel: WORM raakt zijn scherpte een beetje kwijt. Het podium articuleert minder goed voor welke kunstenaars het er is en voor welke niet. Bovendien: als je de artistieke regie uit handen geeft, in hoeverre is het dan nog jouw programmering en jouw publiek?

Positie in het culturele veld
Dankzij het unieke programma-aanbod én de locatie in de Witte de Withstraat is de positie van WORM heel sterk. De locatie heeft echter voor- en nadelen: letterlijk iedereen loopt binnen, in tegenstelling tot vroegere locaties van WORM, maar lang niet iedereen komt voor het programma. Anderzijds kan die eerste stap over de drempel ook een eerste stap naar het culturele programma zijn; een kans waar veel instellingen alleen maar van kunnen dromen. Veel instellingen kunnen een voorbeeld nemen aan WORM als het gaat om hoe met (culturele) community’s om te gaan. Hoewel de kunstenaars veelal uit de avantgardistische hoek komen, staat het podium open voor iedereen. WORM maakt niches zichtbaar voor een groter stedelijk publiek dan de makers in deze niches zelfstandig zouden kunnen. Zo weet Worm – buiten de canonieke kunst om – een interdisciplinair ecosysteem te bouwen en te onderhouden waarin alle losse delen organisch met elkaar samenhangen. De makers, zoals Queer Rotterdam en synth-nerds, komen voort uit bottom-up-organisaties met ‘eigen’ plekken in de rafelranden van de stad, buiten het formele kunstcircuit. Voor hen is WORM inmiddels onmisbaar, want zij kunnen niet of nauwelijks bij andere instellingen, ook buiten Rotterdam, terecht om zich te presenteren en te groeien.

Ook in internationaal perspectief is het ontwikkelen van de performance-activiteiten interessant. De vraag lijkt dan ook gerechtvaardigd hoe organisaties als Music Matters en Popunie nog in het concept van WORM passen; vanuit het perspectief van WORM vormen zij nu immers de buitenbeentjes, omdat ze eigenlijk overal in de stad terecht kunnen. Worm bevestigt en versterkt het proeftuinimago van Rotterdam. Die sterke positie zorgt ook voor een goede landelijke en internationale reputatie, die op haar beurt bijdraagt aan die van de stad onder jonge, met name avantgardistisch georiënteerde kunstenaars.

Toch twijfelt de RRKC ook enigszins over de vraag of WORM dé plek kan zijn voor jong urban talent. Het programma is veel breder dan vroeger, maar nog steeds gericht op niches, waardoor de drempel voor veel minder expliciet georiënteerde jongeren nog steeds hoog kan zijn. Hiermee behoudt WORM ook nog steeds kenmerken van de kosmopolitische club die het aanvankelijk was: intellectueel, hoogopgeleid, maar hoofdzakelijk wit en soms hermetisch. Daardoor is WORM te karakteriseren als ‘Berlijn versus Middellandse Zee’.

Cultuureducatie en talentontwikkeling
WORM organiseert interessante cultuureducatietrajecten voor het basisonderwijs (met name Basisschool ’t Landje) en het voortgezet onderwijs (Albeda); ook heeft de organisatie een project voor schoolverlaters. Ook op het gebied van talentontwikkeling draagt WORM zijn steentje bij. Jonge muzikanten kunnen gebruikmaken van de studio, maar helaas gebeurt dit (nog) zonder begeleiding. WORM ziet zichzelf dus wel als plek voor talentontwikkeling en experiment, vooral op het gebied van performance, maar er is geen personeel dat kunstenaars inhoudelijk kan begeleiden.

De RRKC heeft vertrouwen in de nieuwe leiding, die er nog maar kort zit en zich nog volop aan het ontwikkelen is. Van de bedrijfsvoering is de RRKC minder onder de indruk. WORM lijkt bedrijfsmatig voortdurend ‘op het randje’ te functioneren. Hoge output en een interessante manier van werken staan dus tegenover een zakelijk riskante aanpak. Met twintig euro subsidie per bezoeker zit WORM binnen zijn peer group aan de hoge kant; advies en pogingen om hier iets aan te doen, leverde tot nog toe geen zichtbaar resultaat op. Hoge lasten en veel risico staan op gespannen voet met weinig weerbaarheid. De RRKC is van mening dat de organisatie mislukkingen beter moet incalculeren. Door de manier van werken moet het podium het aanbod telkens opnieuw overdenken, wat ook de bedrijfsvoering onder druk zet, want ook contacten leggen en onderhouden vergt forse investeringen. Daarnaast laten de recent gestopte succesvolle avonden – Dope Boys en Gender Bender – goed zien dat (te) sterk leunen op externen ook voor de exploitatie een risico meebrengt. De externe organisatie kan besluiten haar activiteit zelf te programmeren of bij een ander podium onder te brengen, waardoor WORM dan niet alleen een activiteit armer is, maar ook een concurrent rijker.

Financieringsmix
In financieel opzicht kan de gekozen werkwijze de kwetsbaarheid van de instelling vergroten, omdat er continu sprake is van onzekerheid. Dit gegeven kan op de lange termijn mogelijk een negatief uitwerken, niet alleen qua herkenbaarheid voor publiek en omgeving, maar vooral voor de binding tussen WORM en de kunstenaars die het podium onderdak biedt. Met de ambitie het aantal activiteiten te verdubbelen hoopt de organisatie dat méér activiteiten ook een hogere horeca-omzet genereren. Of dat realistisch is, valt te betwijfelen, omdat horeca-inkomsten meer met de locatie te maken hebben dan met de activiteiten. WORM weet wel veel geld te bemachtigen bij fondsen.

Fair Pay
De artiesten krijgen betaald volgens de landelijke richtlijnen en het personeel – sinds kort – volgens cao-normen. WORM vraagt € 130.000 extra aan, onder meer om de pensioenen van het personeel te betalen. Het plan voor fair pay is helder; WORM heeft de ambitie om volgens Fair Pay te betalen, of het hiervoor extra subsidie krijgt of niet. In dat laatste geval moet de organisatie wel op een andere manier extra inkomsten genereren. WORM wil dan meer activiteiten organiseren, waardoor het verwacht dat de horeca-opbrengsten toenemen. De RRKC ziet dit echter niet als duurzaam en realistisch alternatief, omdat de risico’s nog onbekend zijn. De Raad is positief over de ambitie van WORM, maar kan de gevraagde € 130.000 niet honoreren, omdat er geen budget voor fair pay beschikbaar is.

WORM past inclusiviteit op een eigen manier toe, door zeer diverse doelgroepen een plek aan tafel te geven. Inclusiviteit is daardoor een vanzelfsprekend onderdeel van zijn identiteit.

Publiek
De bezoekers van activiteiten in WORM kenmerken zich door een grote diversiteit qua culturele achtergrond, gender, geaardheid en culturele smaak. In grote lijnen is er sprake van twee publieksstromen: voor de algemenere activiteiten is er een trouw publiek, voor de niche-activiteiten zijn er diverse publieksgroepen die elders niet snel terecht kunnen. Doorsnee kunst- en cultuurpubliek is bij WORM nauwelijks te vinden. Ondanks de avantgardistische afkomst is WORM in zijn handelen allesbehalve elitair, is zelfs uitgesproken laagdrempelig. Dit blijkt onder andere uit de buurt- en community-activiteiten die WORM organiseert onder de titel Cool aan de Gang en de Poëetclub.

Voor een organisatie met dit budget valt het aandeel betalende bezoekers tegen. De RRKC heeft vraagtekens bij het voornemen van WORM om een ‘huis’ voor iedereen te zijn; veel ongerichte aanloop van allerlei soorten publiek kan immers ook ongemak en stress opleveren voor de organisatie.

Inhoudelijk is de kwaliteit van de communicatie goed, maar jammer genoeg is die weinig overzichtelijk en toegankelijk. Evenals het programma ontbreekt in de communicatie ‘massa’, omdat die zich vooral richt op nichepubliek(en). WORM zou zijn unieke identiteit beter en duidelijker kunnen communiceren. Doordat nieuwe kunstenaars hun eigen following meenemen, ontstaat er toch een tamelijk breed publiek. Op verschillende plekken in het gebouw spelen uiteenlopende activiteiten tegelijk, waardoor kruisbestuiving kan plaatsvinden.

Personeel
Het personeel dat zich laat zien tijdens de activiteiten is divers. Of dat ook geldt voor medewerkers achter de schermen is niet duidelijk.

Deze discipline als geheel scoort hoog op innovatie. Als het gaat om vernieuwing in de muziek loopt WORM vaak voorop. Het podium toont nieuwe stijlen als eerste en ook zijn werkwijze valt op als zeer vernieuwend. Het ticketingsyteem Stager, ooit door WORM ontwikkeld, gebruikt heel cultureel Rotterdam nu. De organisatie die in alles de randjes opzoekt, draagt die innovaties niet expliciet uit. Bedrijfsmatig zou WORM hier meer mee kunnen doen.

Interconnectiviteit mag dan deze sector kenmerken, maar WORM lijkt het kampioenschap netwerken te ambiëren. Zijn netwerk is gigantisch: formeel en informeel, nationaal en internationaal. Dat roept wel de vraag op: hoe substantieel zijn die connecties? Onderhoud van netwerken is immers arbeidsintensief en omvang zegt weinig over kwaliteit. De RRKC signaleert wel kansen voor verbindingen van de uiteenlopende netwerken met de gevestigde orde. WORM is ook actief in de wijk, maar de motivatie daarvoor is niet duidelijk verwoord.

De internationale samenwerking heeft daadwerkelijk meerwaarde. Mogelijk hangt de omvang van het netwerk en het gebrek aan focus daarin samen met de komst van de nieuwe directeur, die hierin nog keuzes moet gaan maken. Door beter te articuleren voor wie men kiest en vooral waarom, kan WORM zijn positie in en buiten Rotterdam duidelijker maken.

geadviseerd subsidiebedrag

WORM vraagt meer subsidie aan dan het nu ontvangt, met het doel zijn activiteiten te verdubbelen. De RRKC is van mening dat een subsidie op het huidige niveau WORM kan prikkelen om weer scherper te focussen. De Raad adviseert WORM een subsidie van € 627.000 te verstrekken.