Rotterdams Philharmonisch Orkest

Advies

Geadviseerd subsidiebedrag
RCB-instelling
Gevraagd subsidiebedrag
€ 7.125.000
Subsidie in Cultuurplan 2017-2020
€ 7.125.000
Prijspeil 2020. Bron: Gemeente Rotterdam

Samenvatting van het advies

Beoordeling van de aanvraag

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) behoort tot de top van symfonieorkesten van Nederland en Europa. Het zoekt de grenzen op met andere genres en speelt in kleinere bezetting om meer zalen en publiek te kunnen bedienen. Het orkest heeft een sterke positie in de stad en gaat veel samenwerkingen aan met culturele organisaties. Publieksvernieuwing zou volgens de Raad een speerpunt moeten zijn; op dit moment heeft het orkest nog onvoldoende antwoord op de vergrijzing van het publiek.

Overstijgende verantwoordelijkheid RCB-instelling

De Raad constateert dat het RPhO nauwelijks ingaat op zijn rol in de stad als RCB-instelling en vindt het jammer dat het RPhO niet zelf het voortouw neemt met eigen ambities om zijn overstijgende rol in het culturele veld gestalte te geven. Het RPhO gaat verder op de ingeslagen weg, van invulling van een extra opdracht als RCB-instelling is geen sprake.

Samenvatting van de aanvraag geschreven door de instelling

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest is een van de twee grote symfonieorkesten in Nederland met een internationaal profiel. Het orkest is verbonden met de stad Rotterdam en de regio daaromheen van ca. 4 miljoen mensen. Wij werken samen met zakelijke, culturele en maatschappelijke partners binnen en buiten het klassieke muziekdomein en onderschrijven de codes omtrent diversiteit, fair practice en governance.

De hoge artistieke kwaliteit van het orkest wordt gekenmerkt door stilistische veelzijdigheid en is gestoeld op het topniveau van onze orkestmusici, dirigenten en solisten. Wij opereren op een internationaal speelveld met een beperkt aantal topdirigenten en scouten continu de nieuwste talenten, zoals chef-dirigent Lahav Shani. De samenwerking met onze ere-dirigenten Nézet-Séguin en Gergiev zetten we voort. Ook het solistenbeleid richt zich op grote wereldsterren en jong talent.

Ons repertoire is breed. We voeren spraakmakende interpretaties uit van groot bezette meesterwerken van bijvoorbeeld Bruckner en Mahler, en zetten de trend voort om daarnaast meer kleiner bezet 18e-eeuws repertoire te spelen, zoals Bach en Mozart. Ook spelen wij minder bekend repertoire en nieuwe composities. In onze structurele samenwerkingen met componisten kiezen wij afwisselend voor jonge talenten en gearriveerde componisten. Bovendien zoeken wij de grenzen op met andere genres, als musical, filmmuziek en niet-westerse muziek.

Onze internationale activiteiten versterken onze artistieke reputatie en trekken dirigenten en solisten van het hoogste internationale niveau naar Rotterdam. We zijn regelmatig te gast op internationale festivals. Intercontinentale tournees gaan met name richting Azië en de Verenigde Staten.

In 2021-2024 bouwen wij verder aan een groter en meer divers publieksbereik. We onderzoeken continu kwantitatief en kwalitatief hoe we onze activiteiten en benaderingswijzen kunnen aanpassen aan het publiek van de toekomst. Onze strategie richt zich op groei van publieksbereik op korte termijn onder liefhebbers van internationale klasse, en daarnaast op alle inwoners van regio groot-Rotterdam in al hun diversiteit, met het oog op verbreding en groei op langere termijn. Daarbij ligt de focus op jongere publieksgroepen en publieksgroepen met een niet-westerse achtergrond. Om deze nieuwe publieksgroepen te bereiken zetten we bestaande, succesvolle activiteiten voort, zoals de concertreeks Multi Symphonic voor niet-westerse doelgroepen en Muscial Meets Opera en filmconcerten voor jongere doelgroepen. Ook ontwikkelen we nieuwe proposities. Educatie en talentonwikkeling blijven onverminderd belangrijk.

De publieksgroep van 4 tot 18 jaar bereiken wij met educatieve workshops en voorstellingen in kleine theaters in de wijken en met het volledige symfonieorkest in de Doelen. Daarnaast helpen onze topmusici kinderen, studenten en jonge muziekprofessionals met het ontwikkelen van hun talenten, bijvoorbeeld in de nieuw op te zetten Internationale Orkestacademie.

De gezonde bedrijfsvoering van het orkest wordt bedreigd door extern veroorzaakte kostenstijgingen ten gevolge van overheidsbeleid. De subsidie-indexeringen blijven al jaren achter bij de loonkostenstijging als gevolg van CAO-ontwikkelingen, Fair Practice-code, Wet Arbeidsmarkt in Balans en andere kostenverhogende overheidsmaatregelen. Wij vragen het ministerie van OCW en de gemeente Rotterdam om de subsidie in 2021-2024 met in totaal €800.000,- te verhogen, zodat wij kunnen blijven innoveren en onze ambities te kunnen realiseren.

Beoordeling van de aanvraag

Het Rotterdam Philharmonisch Orkest (RPhO) behoort tot de top van symfonieorkesten in Nederland en Europa. Het internationale prestige is uitstekend. In 2018 volgde de veelzijdige Lahav Shani zijn voorganger Yannick Nézet-Séguin op als chef-dirigent. Het orkest vertolkt een breed repertoire waar solisten van wereldfaam excelleren. De diversiteit van (jonge) gastdirigenten draagt bij aan het uitmuntend spel van het orkest. De Raad vindt de artistieke kwaliteit, zeggingskracht en vakmanschap van hoge kwaliteit, wat ook blijkt uit de lovende recensies, nationaal en internationaal.

In de afgelopen periode heeft het RPhO een aantal veranderingen ingezet. Zo zoekt het de grenzen met andere genres op in bijvoorbeeld Musical Meets Opera. Het orkest speelt in een kleinere bezetting achttiende-eeuws repertoire en het brengt (mini) festivals zoals American Dream met Amerikaanse repertoire, en het Sibilius Festival. Jaarlijks voert nieuwe muziek de boventoon in zes projecten. De Raad waardeert de actualiteit van dit symfonisch repertoire.

Positie in het culturele veld
Het RPhO heeft een sterke positie in het culturele veld, in Rotterdam, Nederland en internationaal. Het RPhO is met zijn standplaats de Doelen goed verankerd in de stad, waar het een trouw publiek heeft. Het orkest is internationaal te gast bij een aantal festivals en speelt in toonaangevende concertzalen in Europa. Op nationaal vlak werkt het jaarlijks als begeleidingsorkest van de Nationale Opera en geeft het concerten bij vooraanstaande podia waaronder het Concertgebouw in Amsterdam.

Cultureel aanbod
Het cultureel aanbod van het RPhO bestaat uit publieksactiviteiten, inleidingen, openbare repetities, projecten met scholen en een samenwerking met Codarts. Het educatietraject is voorbeeldig ingericht binnen de structuur van het orkest; 25.000 kinderen per jaar profiteren daar van. De Raad beoordeelt de talentontwikkeling als goed. Het RPhO benut zijn signalerende functie. Zo krijgen jonge dirigenten de kans om binnen het orkest meters te maken en door te stromen. De Rotterdam Philharmonic Codarts Academy biedt studenten van Codarts de mogelijkheid stage te lopen bij het RPhO. De musici van het orkest coachen hen daarbij. De aankomende jaren richt het orkest zich op de ontwikkeling van een Internationale Orkestacademie. De Raad is benieuwd naar de uitwerking hiervan.

De aanvraag schetst het totale aanbod in grote lijnen goed, maar werkt die minder goed concreet uit. Het plan kondigt bijvoorbeeld 24 nieuwe werken aan, terwijl er maar twee componisten genoemd worden die de werken gaan componeren. Over het programma vanaf 2021 verstrekt het plan geen informatie, wat de Raad betreurt.

De bedrijfsmatige inrichting is professioneel en helder van structuur. De Raad tekent aan dat de organisatie juist in deze fase van de Cultuurplanaanvragen de vaste kosten in de vorm van fte’s opschroeft, waardoor de lasten aanzienlijk stijgen. Bij een gelijkblijvende subsidie neemt het RPhO met deze keuze volgens de Raad een risico, zeker als het aantal activiteiten gelijk blijft. Daarnaast zou een orkest van deze allure volgens de Raad in staat moeten zijn meer private middelen en sponsoring te verwerven dan de begroting op dit moment laat zien. De Raad hoopt dat de verwachtingen die de organisatie heeft van het mecenaat worden ingelost.

Fair Pay  
Het RPhO past fair pay toe. De Raad vindt dat de vijf kernwaarden van de code, te weten solidariteit, duurzaamheid, vertrouwen, transparantie en diversiteit zorgvuldig zijn uitgewerkt. Voor de musici met een dienstverband geldt de regeling Bijzondere Arbeidsvoorwaarden Musici en voor de remplaçanten de cao remplaçanten.

Het RPhO heeft de code Diversiteit en Inclusie concreet uitgewerkt; de Raad beoordeelt deze visie als goed.

Publiek
Het publiek voor de traditionele concertseries bestaat voor ongeveer 40 procent uit ‘klassieke kunstliefhebbers’ en ‘elitaire cultuurminnaars’ en is ouder dan 65 jaar. Op deze vergrijzing geeft de organisatie onvoldoende antwoord in het plan, evenals op de gemiddelde zaalbezetting van rond de 70 procent. Het orkest wil met branding en gerichte marketing een grotere groep muziekliefhebbers voor klassieke muziek vinden, maar concrete acties werkt de organisatie niet uit. Het publieksbereik is te eenzijdig; de Raad spoort het orkest aan prioriteit te geven aan publieksverbreding.

Het RPhO heeft als speerpunt meer jongeren en niet-westerse bezoekers te interesseren. Het zet de concertreeks Multi Symphonic voort en wil de concerten voor Latijns-Amerikaanse en Arabische doelgroepen uitbreiden onder andere door initiatieven als het Chinees Nieuwjaarsconcert. De organisatie heeft daartoe een focusgroep opgericht en de afdeling marketing gaat intensiever samenwerken met de afdeling programma. De Raad constateert dat de organisatie zich niet inspant om ambassadeurs of influencers in te zetten om nieuw publiek te bereiken. Voor publieksvernieuwing zou samenwerking met de Doelen meerwaarde hebben, maar dan moet het plan concreter worden uitgewerkt dan nu het geval is.

Personeel
Het orkest zet stappen om zijn doelstellingen te behalen, ook al is in de staf het aandeel bicultureel personeel nog klein. De musici in het orkest hebben veel nationaliteiten, net als dirigenten en solisten.

In de programmering heeft de afgelopen jaren een aantal innovaties plaatsgevonden, zoals de inzet van het Rotterdam Philharmonic Banda en de organisatie van het Chinese Nieuwjaar. De begroting komt onder druk te staan doordat de personeelskosten stijgen, waardoor er te weinig middelen overblijven om te innoveren. Hierdoor is de ambitie moeilijker te realiseren. De Raad betreurt dat en adviseert het RPhO hier toch prioriteit aan te blijven geven.

Het RPhO heeft veel culturele partners zoals de Internationale Operadagen Rotterdam, Museum Boijmans van Beuningen, Hofpleintheater, Scapino Ballet Rotterdam en de Laurenscantorij. De Raad tekent aan dat het RPhO in het plan nauwelijks informatie geeft over partners in andere domeinen en vraagt zich af wat de bijdrage is van het orkest aan de maatschappelijke opgave waar de stad voor staat.

De Raad is positief over het platform dat de doorstroom wil bevorderen van de binnenschoolse educatieactiviteiten – in het kader van het succesvolle Ieder Kind Een Instrument (IKEI) – naar buitenschoolse muziekeducatie, zodat kinderen daarmee gestimuleerd worden een instrument te blijven bespelen.

Het valt de Raad op dat het RPhO nauwelijks ingaat op zijn rol in de stad als RCB-instelling. De aanvrager beperkt zich tot zijn rol in een strategische denktank waarvan ook andere RCB-instellingen deel uitmaken. De Raad is benieuwd naar de bijdrage van deze denktank aan ideeën over thema’s als stedelijke ontwikkeling, integratie-strategieën om sociale cohesie te bewerkstelligen, talentontwikkeling en internationalisering. Tegelijkertijd vindt de Raad het jammer dat het RPhO als RCB-instelling niet zelf het voortouw neemt met eigen ambities om zijn overstijgende rol in het culturele veld inhoud te geven.