Prinses Christina Concours

Advies

Geadviseerd subsidiebedrag
€ 0
Gevraagd subsidiebedrag
€ 20.000
Subsidie in Cultuurplan 2017-2020
€ 16.000
Prijspeil 2020. Bron: Gemeente Rotterdam

Discipline

Talentontwikkeling

Samenvatting van het advies

Beoordeling van de aanvraag

De RRKC oordeelt negatief over de aanvraag van het Prinses Christian Concours (PCC). Omdat het aantal activiteiten in de stad klein is, het aantal Rotterdamse deelnemers gering en de samenwerking met partners in Rotterdam minimaal, acht de RRKC het belang voor de stad te beperkt om een bijdrage uit het gemeentelijke Cultuurplan te rechtvaardigen.

Samenvatting van de aanvraag geschreven door de instelling

De komende jaren willen we sterker de balans opzoeken die recht doet aan talentontwikkeling en de bijzondere inspiratie die van deze jonge talenten uit kan gaan. Daarbij krijgen drie onderwerpen meer aandacht dan voorheen, hetzij omdat het een nieuwe activiteit betreft, hetzij dat het gaat om een nieuwe benadering van reeds bestaande activiteiten.

We hebben ten doel gesteld om veel meer dan voorheen samen met regionale muzikale ecosysteem te werken. Voor ons betekent dat ook werken aan het bereiken van een groter en meer divers deelnemersveld én publiek. Met onze Rotterdamse partners als de Muziekcoalitie, CODARTS en collega’s uit het jeugdtheater dragen we bij aan het verrijken van de regionale ketens van talentontwikkeling. Samenwerking met alle organisaties in de amateurkunst (podiumkunsten) is essentieel, het PCC neemt hierin een voortrekkersrol, ook in de regio Rotterdam. Omdat onze organisatie in 6 regio’s door Nederland actief is, verzamelen we veel informatie en best practices rondom de keten van muziekbeoefening bij jongeren. Die kennis verzamelen we en bouwen daarmee aan een landelijk platform waarbij we een groter gesprek binnen de sector kunnen voeren over (het herstellen van) de infrastructuur van muziekonderwijs in het algemeen en talentontwikkeling in het bijzonder. Het PCC is er nadrukkelijk alle niveaus.

We willen meer investeren in onze deelnemersreis, hopend op meer langdurige relaties die wij aangaan met onze deelnemers, waarbij zij vanaf zeer jonge leeftijd met onze activiteiten in aanraking komen en wij hen in elk stadium van hun jeugd en muzikale ontwikkeling waardevolle ervaringen kunnen bieden. Wij begeleiden hen altijd binnen hun eigen ambitieniveau.

Met de PCC Academy willen we prijswinnaars van de concoursen ondersteunen met de opbouw van de belangrijkste competenties voor de muzikant van 2030. Wij dragen bij aan een duurzame carrière van zij die de ambitie voor het grotere podium hebben.

Ondertussen zetten we de professionalisering van de interne organisatie verder voort, met meer marktgerichte marketing en communicatie, fondsenwerving ondersteund door een nieuw CRM en een robuuster P&O beleid. Op financieel gebied is de inzet om te komen tot een duurzame financieringsmix, met langdurige overeenkomsten en meer structurele inkomsten. We werken aan een stuk zelf verdiendend vermogen.

Opgeteld: na een stevige heroriëntatie is het Prinses Christina Concours klaar voor een toekomst waarin we meer dan voorheen kunnen bijdragen aan de muzikale infrastructuur van Rotterdam, waarin wij zichtbaar zijn als regionale speler die landelijk kansen biedt. Het is een toekomst met nog meer muziek door en voor nog meer kinderen.

Beoordeling van de aanvraag

Het Prinses Christina Concours (PCC) geniet landelijke bekendheid met een beproefd concept en een palet aan activiteiten. De opbouw van die activiteiten is goed. De aanvrager bestrijkt het volledige spectrum van kennismaken tot excelleren; speciale vermelding verdienen de rijdende concertzaal Classic Express en de online competitie De Muziekwedstrijd. De nieuwe directeur van het PCC streeft naar vernieuwing – de PCC Academy is daar een goed voorbeeld van. Binnen dat programma komen goede cross-overs tot stand.

Positie in de stad
Landelijk en regionaal is het PCC uniek, maar voor Rotterdam is het Concours slechts beperkt van waarde; het aanbod wordt niet afgestemd op de stad en haar inwoners. De aanvrager richt zich vooral op Rotterdam als locatie van de regionale voorronden. De aanvrager zorgt hiermee weliswaar voor exposure van de stad in Zuid-Holland, maar in de stad zelf is het PCC zeer weinig zichtbaar. Slechts drie van de 423 optredens vinden in Rotterdam plaats; de landelijke finale is niet in Rotterdam, en relatief weinig deelnemers komen uit de stad.

De RRKC mist bovendien een diepgaande samenwerking met partners in Rotterdam, die de binding van PCC met Rotterdam zouden kunnen versterken en benadrukken. Wel noemt het PCC Rotterdam belangrijk als stad waar ontwikkelingen in muziekstromingen met ‘roots’ in verschillende delen van de wereld gevolgd kunnen worden, maar maakt onvoldoende duidelijk hoe de organisatie hierop wil aansluiten. Waarin het PCC een aanvulling biedt op de huidige aanbieders van muziekparticipatie en talentontwikkeling, wordt niet duidelijk. Het PCC heeft zich, kortom, onvoldoende ingespannen om werkelijk een band met de stad op te bouwen. Volgens de Raad zijn er dan ook onvoldoende aanknopingspunten die een bijdrage uit het gemeentelijk Cultuurplan rechtvaardigen.

Cultureel aanbod
PCC speelt een rol in diverse fasen van talentontwikkeling: van kennismaking tot excellentie. Bovendien zijn de activiteiten in overeenstemming met de geformuleerde visie. Het aanbod van de aanvrager sluit zichtbaar aan bij de bestaande doelgroep van de organisatie. PCC wil een diverser doelgroep bereiken, maar dat ziet de Raad niet terug in concrete stappen; het concours stelt geen SMART doelstellingen. De activiteiten zelf zijn bovendien weinig vernieuwend, zo oordeelt de Raad, zeker als het gaat om de klassieke muziektalentontwikkeling of muziekeducatie op landelijk niveau.

De groei die het PCC naar eigen zeggen heeft doorgemaakt, wordt nauwelijks onderbouwd. De organisatie oogt topzwaar, met 1,1 fte voor de directeur en bijvoorbeeld 1,6 fte aan marketingmedewerkers. De Raad oordeelt positief over de Code Kinderbelang die het PCC wil gaan ontwikkelen, waarmee een reële belasting van kinderen wordt gewaarborgd, evenals een gezond verwachtingspatroon. Hierin zou PCC nog meer samenwerking kunnen zoeken, zodat de code veldbreed gedragen zal worden.

Fair Practice code
PCC hanteert de Fair Practice Code en ziet toe op fair pay. De organisatie betaalt het personeel volgens de cao Nederlandse podia.

Financieringsmix
De Raad constateert dat PCC de financiering goed spreidt; er is sprake van een mix van subsidies op drie niveaus, publieksinkomsten, een vriendenstichting en sponsoring. De aanvrager laat goed zien hoe het concours aan de slag gaat met fondsenwerving en hoe het de commerciële verhuur van de Classic Express toepast. Het aanzienlijke bedrag aan verwachte private inkomsten verdient speciale vermelding. De Raad vraagt zich af waarom de gemeente Rotterdam, zij het met een bescheiden bedrag, structureel zou moeten bijdragen aan een organisatie met beperkt Rotterdams belang.

Het PCC loopt in de ogen van de RRKC achter op het gebied van inclusiviteit. Met zijn lange staat van dienst zou het concours een concreter visie op dit terrein hebben kunnen ontwikkelen en ook aantoonbare stappen gezet kunnen hebben. Zo bracht de recente aanstelling van nieuwe bestuursleden kansen om een andere weg in te slaan, maar die heeft PCC niet gegrepen.

Met De Muziekwedstrijd heeft PCC wel geprobeerd meer inclusiviteit te bereiken, en ook uit de keuze van de ambassadeurs blijkt meer gevoel voor het belang hiervan. De toekomst biedt enige hoop: vanaf 2021 zal de aanvrager instrumenten uit diverse delen van de wereld actief gaan promoten, wat een diverser palet aan deelnemers zou kunnen trekken.

Publiek
Het publiek bestaat uit de deelnemers aan het concours en hun directe achterban en uit de bezoekers aan de Classic Express. Het Rotterdamse bereik blijft beperkt, zeker vergeleken met het landelijk publieksbereik van de organisatie. Het PCC weet niet goed raad met publieksvernieuwing, vooral als het om diversifiëring gaat. Zo ontbreken boegbeelden van kleur, om nieuwe doelgroepen te bereiken.

Over de ambitie zich meer te richten op instrumenten die afkomstig zijn uit verschillende culturen, oordeelt de Raad in beginsel positief, maar jammer genoeg heeft PCC deze ambitie nog niet goed uitgewerkt in de aanvraag. De campagne om ook andere dan de westerse klassieke muziekinstrumenten te bespelen te bevorderen, is nog vrijblijvend. Als PCC kinderen wil bereiken die instrumenten bespelen die een relatie hebben met hun culturele achtergrond, zal het zich ook moeten richten tot de docenten die deze kinderen lesgeven. De Raad adviseert de aanvrager om lering te trekken uit andere sectoren en voortvarender te werk te gaan.

Met de Classic Express lukt het wel om een nieuw publiek te bereiken. Die zou de organisatie veel meer kunnen inzetten.

Personeel
De uitspraken die het PCC in de aanvraag doet over de verhouding tussen diversiteit en kwaliteit, zijn niet meer van deze tijd. De Raad vindt dat de organisatie te gemakkelijk zegt dat het lastig is gebleken om mensen met (cultureel) diverse achtergronden aan te trekken.

Wat de programma’s betreft, staat de organisatie garant voor experiment en innovatie. De Raad mist echter innovatie op het gebied van publiek en personele diversiteit. De Raad ziet kansen op het gebied van marketing en publieksvernieuwing.

De aanvrager noemt interessante samenwerkingsverbanden met partners binnen de topsport, het wetenschappelijk onderwijs, de zorg en het bedrijfsleven. Vervolgens gaat PCC niet concreet in op de aard van deze samenwerkingen, maar blijft steken in voornemens en ideeën. Samenwerking met het basis- en voortgezet onderwijs zou het draagvlak voor klassieke muziek kunnen vergroten. Hier wordt echter geen concreet beleid op gevoerd.

geadviseerd subsidiebedrag

De RRKC adviseert het Prinses Christina Concours geen Cultuurplansubsidie toe te kennen, omdat het belang van het concours voor de stad Rotterdam beperkt is.