Natuurhistorisch Museum Rotterdam

Advies

Geadviseerd subsidiebedrag
€ 792.500
Gevraagd subsidiebedrag
€ 855.000
Subsidie in Cultuurplan 2017-2020
€ 792.500
Prijspeil 2020. Bron: Gemeente Rotterdam

Samenvatting van het advies

Beoordeling van de aanvraag

De Raad beoordeelt de aanvraag van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam als voldoende tot goed.
Het museum heeft bescheiden ambities en profileert zich als wetenschappelijk. Het toont zich ad rem door snel en met humor te reageren op ontwikkelingen in de samenleving. Met de afdeling Bureau Stadsnatuur vervult het museum een belangrijke maatschappelijke rol in de stad.

Geadviseerd subsidiebedrag

De Raad adviseert het huidige subsidiebedrag van € 792.500 toe te kennen. De keuze om de organisatie te versterken met een medewerker voor marketing, communicatie en development is begrijpelijk, maar het museum zou die functie binnen zijn huidige formatie moeten kunnen realiseren.

Samenvatting van de aanvraag geschreven door de instelling

■ Onder het motto ‘Het Natuurhistorisch is een doodleuk museum dat iedereen blijft verbazen’ gaat het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, met zijn onderzoeksafdeling Bureau Stadsnatuur, door met het doen van onderzoek, maken van tentoonstellingen, geven van museumlessen en organiseren van publieksactiviteiten met een relativerende en opvallende kijk op de altijd verbazingwekkende natuur. Het museum zet daarbij een combinatie in van ernst en humor om verwondering op te wekken, waardering voor de natuur te kweken en het belang van mondiale biodiversiteit en de bio-diverse stad te benadrukken.

■ In 2021-2024 wil Het Natuurhistorisch:
(1) bekendheid, zichtbaarheid, en toegankelijkheid blijven vergroten. (2) 60.000 bezoekers trekken, publiek verbreden – inclusief zijn, met inbegrip van mensen met fysieke en verstandelijke beperkingen. (3) vasthouden van kwaliteit van collectiebeheer, 325.000 museumstukken (84%) digitaal ontsluiten, en een duurzame oplossing vinden voor de onzekere externe collectie-opslag. (4) jaarlijks 9 wisselexposities programmeren; de vaste presentaties in de nieuwbouwvleugel vernieuwen, met tentoonstellingen over de unieke walviscollectie en over natuur in stad en haven. (5) ontdekken, onderzoeken en leren in het museum bevorderen, vooral voor 5.000 leerlingen, met extra aandacht voor speciaal (basis)onderwijs en MBO. (6) zijn rol op het gebied van biodiversiteit en stadsecologie vergroten, hiervoor de band versterken met academisch onderwijs en onderzoek in Rotterdam.

■ Daartoe zal Het Natuurhistorisch:
(a) Nadrukkelijk naar buiten treden in de media, social media en in het publieke domein om kennis te delen en free publicity te genereren. (b) Exposities en activiteiten ontwikkelen voor nieuwe doelgroepen via een programmaraad (De Nestbouwers). Gender- en seksuele diversiteit in de natuur nadrukkelijker programmatisch inzetten. (c) Met natuur als onweerstaanbaar smeermiddel nieuwe partnerschappen aangaan, en de collectie daartoe ook buiten het domein wetenschap ontsluiten. (d) Een nieuwe tentoonstelling maken over natuur in stad en haven, en Rotterdamse havenbedrijven inhoudelijke en financieel bij dit project betrekken. (e) Kwaliteit van museumlessen voor het onderwijs en de op reguliere museumbezoekers gerichte educatieve activiteiten verbeteren, blijven participeren in ‘Leren doe je samen’. Hierbij onderzoekend leren, echte museumstukken en wetenschapswijsheid centraal stellen. (f) Bij collectievorming dieren en planten uit het stedelijke gebied en ‘Dode dieren met een verhaal’ prioriteit geven. (g) Zich volledig inzetten om het gebouw Robert Fruinstraat 52 te behouden als extern collectiedepot, en de cultureel-maatschappelijke functie van het gebouw versterken met een ‘open depot’ en een straatnatuurcentrum. (h) De activiteiten van Bureau Stadsnatuur richten op het geven van strategisch advies, ontwerp en uitvoering van natuurmeetnetten, publiceren van natuurdata en -kennis, jaarlijks een citizen science project opzetten, het vieren van het 25-jarig bestaan in 2022 met een conferentie voor professionals en publiek. (i) Wetenschappelijk onderzoek versterken met de museumcollectie en de veldkennis van Bureau Stadsnatuur als basis. Daarvoor, samen met Erasmus Universiteit, de ‘Erasmus Life Sciences Triangle’ lanceren die opereert op het gebied van biowetenschappen in de driehoek EUR/EUC, Het Natuurhistorisch en Erasmus MC. (j) 57% eigen inkomsten genereren met entreeheffing, de museumwinkel, zaalverhuur en het (stads)ecologische consultancywerk van Bureau Stadsnatuur; voor nieuwe tentoonstellingen fondsen werven.

Beoordeling van de aanvraag

Het Natuurhistorisch Museum Rotterdam is een klein museum dat in de niche ‘de dode en levende natuur’ goed werk verricht voor de stad. Binnen zijn specialisme scoort het museum hoog. Als enige in zijn soort draagt het bij aan de pluriformiteit van het culturele veld in Rotterdam. Het kleine museumgebouw in het Museumpark strookt met de schaal waarop de museumstaf werkt aan onderzoek en waarop het tentoonstellingen samenstelt. Het museum heeft bescheiden ambities.

De keuze van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam om het wetenschappelijk werk te combineren met humor, vindt de Raad prettig. Het museum profileert zich sterk met zijn corebusiness wetenschap. Ook gaat het ad rem in op actuele ontwikkelingen in de samenleving. De Raad meent dat het museum zich iets minder bescheiden mag opstellen, aangezien het veel voor de stad betekent en het onderzoek van hoog niveau is. Zo noemt de aanvraag Naturalis nauwelijks, terwijl in een samenwerking met het Leidse museum zeker kansen liggen.

Met een gevarieerd aanbod van vaste presentaties en jaarlijks negen wisseltentoonstellingen bereikt het Natuurhistorisch Museum Rotterdam relatief veel publiek, waaronder liefst vijfduizend leerlingen in het onderwijs. De Raad vindt de tentoonstellingen qua presentatie wat aan de behoudende kant.

Met cultuureducatie vervult het museum een unieke positie in de stad omdat het onderwerp van alle museumlessen, natuur en biologie, culturele en sociale achtergronden overstijgt. Het museum richt zich op meerdere typen onderwijs, waaronder speciaal (basis)onderwijs, mbo en het academisch onderwijs.

Het aanbod is toegankelijk voor alle onderwijsinstellingen in Rotterdam; het museum zegt een bij uitstek diverse groep kinderen en jongeren te bereiken. Dat vindt de Raad positief.
Met zijn afdeling Bureau Stadsnatuur dat de levende natuur in de stedelijke omgeving onderzoekt vervult het museum een belangrijke maatschappelijke rol.

De Raad ziet dat het Natuurhistorisch Museum Rotterdam met beperkte middelen veel activiteiten uitvoert. Het Bureau Stadsnatuur, als afdeling van het museum, is zeer lucratief. Het bureau zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de eigen inkomsten en heeft een hoog rendement voor de stad.

Het museum ijvert voor meer geld voor een communicatiemedewerker. De Raad vindt het bij het prestatieniveau van het museum passen dat development en communicatie meer aandacht krijgen. Voor deze taken zouden binnen de formatie dan ook fte’s moeten worden vrijgemaakt.

Op het gebied van huisvesting is er een probleem. De collectie is opgeslagen in een depot aan de Robert Fruijnstraat. Omdat de gemeente het gebouw wil verkopen, heeft zij de huur opgezegd en moet het museum de opslagruimte op korte termijn verlaten. Ternauwernood wordt deze dreiging waarschijnlijk afgewend. Stichting Kunstaccommodatie Rotterdam (SKAR) wil op deze locatie een maatschappelijke functie realiseren en heeft het museum gevraagd na te denken over de oprichting van een Straatnatuurcentrum. Daar wil het museum graag aan meewerken. Als het plan slaagt kan de opslagruimte voor de collectie in het gebouw behouden blijven. De Raad is benieuwd naar de uitwerking van dit plan.

Fair Practice Code
Wat fair pay betreft merkt de Raad op niet gelukkig te zijn met de praktijk waarin de honorair-curatoren niet worden betaald. Sommige curatoren kiezen ervoor hun werkzaamheden op vrijwillige basis te verrichten, omdat zij voldoende inkomstenbronnen hebben om van te leven, maar dat geldt niet voor allemaal. Dan zou het redelijk zijn deze curatoren een vergoeding te betalen. Het museum zegt helaas niet over de middelen te beschikken om deze onderzoekers te betalen.

Financieringsmix
Het museum is te klein voor een eigen horecafunctie. De vraag is of die nodig is. Direct tegenover het museum bevindt zich immers het café van de Kunsthal. In de financieringsmix valt, mede dankzij de inkomsten van Bureau Stadsnatuur, het hoge percentage (57%) eigen inkomsten op.

Qua publieksbereik presteert het Natuurhistorisch Museum Rotterdam optimaal en het verwacht dat te blijven doen; het bezoekersaantal zal zelfs nog stijgen, denkt het museum. Het publiek is vrij divers van samenstelling. Ook is er een goede spreiding van Rotterdamse bezoekers en publiek van buiten de stad. De Raad vindt het positief dat de breed samengestelde programmaraad, de Nestbouwers, nieuw publiek wil bereiken. Hoewel medewerkers en directeur goede PR uitstralen, mist de Raad professionele aandacht voor marketing en communicatie in de organisatie.

Personeel
De ambitie om aan de eisen van inclusiviteit te voldoen heeft het museum zeker, maar voor een niche-instelling als dit museum zijn de mogelijkheden daarvoor beperkt. Qua personeel is het museum op dit moment weinig inclusief. Omdat het werk in dit museum gespecialiseerde biologische kennis vergt, blijven medewerkers langdurig in functie; er is dus weinig sprake van verloop, waardoor de personeelssamenstelling volgens het museum niet snel verandert. De Raad vindt dat geen afdoende argument en zou graag zien dat het museum hierin een actievere rol gaat nemen.

Programma
Qua aanbod en programmaontwikkeling scoort het museum juist goed op inclusiviteit. Zo klinkt het plan om nadrukkelijk gender- en seksuele diversiteit in de natuur programmatisch in te zetten interessant en uitdagend. Dit verdient dan ook een serieuze uitwerking. Dergelijke activiteiten zullen ook nieuw publiek prikkelen is de verwachting van de Raad.

Innovatie als zodanig noemt de aanvraag nergens. Dat is misschien ook eigen aan een niche-instelling die in zijn aard al innovatief is. Het Straatnatuurcentrum ziet de Raad als een innovatie, een interessant idee dat nog prematuur is en nog goed moet worden onderzocht op zijn haalbaarheid.

Het museum verbindt zich op allerlei manieren met de bewoners van de stad. Het werkt intensief samen met het Erasmus Medisch Centrum en Natuurmonumenten. In cross-overprojecten werkt het samen met diverse kleine culturele instellingen: in het Museumpark met de Kunsthal, HNI en Arminius. Buiten Rotterdam werkt het museum samen met elf andere natuurhistorische musea in de Stichting Nederlandse Natuurhistorische Collecties. In deze stichting stemmen de musea publiekspresentaties en de toegankelijkheid van de collecties voor wetenschap op elkaar af.

geadviseerd subsidiebedrag

De Raad adviseert het huidige subsidieniveau van € 792.500 voor Natuurhistorisch Museum Rotterdam te handhaven. De inhoudelijk keuze om de organisatie te versterken met een medewerker voor marketing, communicatie en development vindt de Raad verstandig, maar deze zou het museum binnen zijn huidige formatie moeten kunnen vrijmaken.