Museum Boijmans Van Beuningen

Advies

Geadviseerd subsidiebedrag
RCB-instelling
Gevraagd subsidiebedrag
€ 10.732.000
Subsidie in Cultuurplan 2017-2020
€ 9.746.000
Prijspeil 2020. Bron: Gemeente Rotterdam

Samenvatting van het advies

Beoordeling van de aanvraag

Museum Boijmans Van Beuningen (MBVB) begon in 2019 met een grootscheepse renovatie; het museum zal tot 2026 gesloten zijn. Depot Boijmans Van Beuningen nadert zijn voltooiing en gaat in 2021 open voor het publiek. De organisatie bevindt zich in een transitperiode. De Raad beoordeelt de aanvraag in zijn totaliteit als matig.

Culturele betekenis
Het oordeel over de culturele betekenis is positief. Het tentoonstellingsaanbod tot 2021 bij de buurmusea en de Kunsthal, de reizende tentoonstellingen en de voorstellen voor het cultureel aanbod in het depotgebouw zijn kwalitatief goed. Wel meent de Raad dat de verwachtingen over het publieksbereik van het depotgebouw te hoog zijn.

MBVB zet volgens de Raad een goede stap met de Boijmans Transit Academy in Rotterdam-Zuid. Al jaren profileert MBVB zich sterk met cultuureducatie.

Het meerjarenbeleidsplan schiet echter tekort, omdat het geen inzicht geeft in, noch gebaseerd is op een langetermijnplanning. De Raad zoekt tevergeefs naar plannen, zowel voor de inhoud als de bedrijfsmatige kant, voor elke fase van de transitieperiode.

Overstijgende verantwoordelijkheid RCB-instelling

MBVB vervult zijn rol als RCB-instelling zonder overtuiging en vooral vanuit het belang van de eigen activiteiten. Het museum moet geprikkeld worden om een visie te ontwikkelen op zijn rol in de stad, vooral als het gaat om talentontwikkeling en interconnectiviteit.

De inclusieve benadering van MBVB wekt verwachtingen, het is voor de Raad de vraag of het museum deze gaat inlossen, in het bijzonder op het terrein van personeel.

Samenvatting van de aanvraag geschreven door de instelling

Museum Boijmans Van Beuningen is open, al zijn de deuren van het vertrouwde museumgebouw dicht. Wie en waar je ook bent, in de cultuurplanperiode 2021-2024 kun je het museum virtueel bezoeken en tref je op het nieuwe platform voor online kunstbeleving een eigentijds en interactief programma aan dat tot stand komt in samenwerking met jonge Rotterdamse makers. Jongeren maken door dit programma kennis met het museum, maar het is ook aansprekend voor andere generaties. Daarnaast is het grootste deel van de collectie digitaal ontsloten. Met extra middelen van de gemeente voor de herijking van alle prenten en tekeningen, is bij de heropening van het museum in 2026 de hele collectie online toegankelijk.

In het buitenland vind je Boijmans terug in belangrijke internationale musea. Reizende tentoonstellingen vergroten de bekendheid van de stad en haar collectie en dragen bij aan nieuwe internationale betrekkingen. Maar het museum manifesteert zich ook in de thuisstad Rotterdam – op scholen, bij de regionale omroep en aan Hillevliet 90. Hier huist de Boijmans Transit Academie en kan je, begeleid door kunstenaars als docenten, deelnemen aan leertrajecten waarin mensen met verschillende achtergronden gezamenlijk nieuwe mogelijkheden van kunst en cultuur verkennen. Ook werken Rotterdamse en internationale kunstenaars samen met buurtbewoners aan kunstprojecten over actuele maatschappelijke vraagstukken. Hieromheen worden 24uurs evenementen en een jaarlijks Cultural Activist Festival georganiseerd. De realisering van deze projecten is afhankelijk van een extra bijdrage van de gemeente als matchingsgeld.

Vanaf september 2021 vind je het museum in Depot Boijmans Van Beuningen, met de hoogtepunten uit de collectie geëxposeerd op de vijfde verdieping. Je kunt er de hele collectie opgeborgen zien en volgen hoe kunstwerken worden ingepakt, getransporteerd, onderzocht, gerestaureerd. Alles wat eerder achter de schermen plaatsvond gebeurt nu voor je ogen en met een rondleiding kom je tot in de restauratieateliers. Dankzij extra middelen van de gemeente zijn de diverse digitale systemen op elkaar aangesloten en kun je allerlei informatie ophalen die je bezoek aan het depot verrijken en personaliseren. Een volgend bezoek wordt daarmee echt een volgende stap in je ontwikkeling.

Het museum, aangewezen als een RCB- instelling, neemt de daarbij horende verantwoordelijkheid serieus. Als kennisinstituut en banenmotor stelt het museum zijn professionaliteit in dienst van de Rotterdamse culturele sector en onderwijsinstellingen (vooral mbo, hbo en wo). Ook is het museum aanjager van interdisciplinaire projecten, voortrekker van een regionaal platform voor toegankelijkheid, organisator van expertmeetings en werkgever met aantrekkelijke stage- en uitwisselingsplaatsen die de Code Fair Practice hanteert.

Het programma, met het nieuwe online platform, de kunstprojecten in de stad, de Boijmans Transit Academie, een nieuwe serie Boijmans TV en de marketingcampagne rondom Depot Boijmans Van Beuningen, biedt vele mogelijkheden voor ontwikkeling van Rotterdams talent. Alle programmaonderdelen, evenals de onderwijsprogramma’s, zijn gericht op inclusiviteit en vergroting van diversiteit op het gebied van programma, publiek, partners en personeel. Bovendien komen de grote samenhangende veranderingen die zich in onze samenleving voltrekken erin aan de orde. Dit heeft invloed op de eigen bedrijfsvoering. Het museum van de toekomst wordt ontwikkeld als een duurzaam, circulair en energieleverend bedrijf.

Beoordeling van de aanvraag

De collectie van MBVB is van zeer hoog niveau – ze behoort tot de wereldtop – en is breed van samenstelling, zowel qua periodes als stijlen. De tentoonstellingen en het onderzoek waren van hoge kwaliteit. MBVB heeft een beleidsplan voorgelegd dat jarenlange kennis en ervaring verraadt, maar tegelijkertijd wat zelfingenomen overkomt. Het wordt naar het oordeel van de Raad te weinig geschraagd door een richtinggevende missie en langetermijnvisie.

In de komende periode wil MBVB zich meer openstellen voor de stad en zichzelf bevragen over zijn maatschappelijke rol. De Raad vindt dat positief, maar constateert dat het meerjarenbeleidsplan nauwelijks rept over de sterke positie die MBVB inneemt in de stad en daarbuiten. Voor het depot schetst het heldere programmalijnen en ook beschrijft het beleidsplan het verband tussen de collectie en de activiteiten goed, maar wat het museum zelf wil zijn, komt onvoldoende tot uitdrukking. Mogelijk hangt dit samen met de huidige positie van de museumorganisatie die volop in transitie is.

De publieksactiviteiten vindt de Raad in het algemeen goed. Hoewel het museumgebouw gesloten is, heeft MBVB in de stad en daarbuiten een imposant aanbod gecreëerd: tot 2021/2022 bij de Buren, in de Klas, in Rotterdam-Zuid en internationaal met reizende tentoonstellingen. Na 2021 begint MBVB met verschillende activiteiten in Depot Boijmans Van Beuningen (DBVB). Met dit aanbod toont de aanvrager na te denken over zijn belang in de toekomst. De voorstellen voor het tentoonstellingsprogramma dat na 2021 in DBVB wordt uitgerold, beoordeelt de Raad als ontoereikend, vergeleken met de verwachte publieksaantallen. De thema’s lijken te zijn ingegeven door de collectie; de Raad mist een reflectie op de stad evenals specifieke aandacht voor Rotterdamse kunstenaars.

MBVB zet een belangrijke stap met de Boijmans Transit Academie in Rotterdam-Zuid. In deze kunstwerkplaats krijgen jonge getalenteerde kunstenaars en makers de gelegenheid zich verder te ontwikkelen. Partners in de wijk, waaronder ook bewoners, worden hierbij betrokken. MBVB werkt ook in DBVB aan talentontwikkeling met fellowships voor junior conservatoren en educatoren. De Raad waardeert deze initiatieven, maar is wel benieuwd naar de uitwerking ervan.

Met cultuureducatie heeft MBVB zich altijd sterk geprofileerd in de stad. Het museum bereikte een groot aantal kinderen en jongeren; dit aantal zal het museum helaas nu niet kunnen halen, omdat het museum jarenlang dicht zal zijn. De activiteiten ‘in de klas’ zijn goed, en gaan hopelijk door, net als kleinschalige educatieve activiteiten in het Depot Boijmans van Beuningen.

De Raad beoordeelt de bedrijfsmatige inrichting als onvoldoende. MBVB toont besef en realiteitszin; de gehele organisatie zal zich moeten aanpassen aan de transitie. De Raad vindt het echter problematisch dat het inhoudelijke plan en het bedrijfsmatige/financiële plan te weinig op elkaar aansluiten, en dat niet zichtbaar is hoe de verschillende fasen van de transitie worden doorlopen. Hiermee is inzicht in huidige en toekomstige noden onmogelijk.
Soms neemt MBVB financiële risico’s, zonder de organisatie daarop aan te passen. De Raad merkt eveneens op dat de plannen te weinig concreet en resultaatgericht zijn beschreven, waardoor evaluatie lastig zal zijn. Verder is uit de beschikbare documenten niet te herleiden hoe de exploitaties van het depot en het museum zich tot elkaar verhouden.

De inkomsten uit horeca worden volgens de Raad te optimistisch ingeschat. Die zouden meer dan verdubbelen, terwijl minder bezoekers worden verwacht. Verder is het opmerkelijk dat de inkomsten uit bruikleenverkeer bijna vijf keer zo laag worden begroot, zonder uit te leggen waardoor dit zou kunnen komen.

De financieringsmix is uit balans. Onduidelijk blijft hoe het budget precies wordt besteed, en de externe inkomstenbronnen zijn opvallend laag begroot. Zo verwacht MBVB geen inkomsten uit sponsoring van bedrijven. Van een museum met een afdeling development mag meer worden verwacht. De Raad meent dat het museum voor de tentoonstellingen in het buitenland hogere vergoedingen kan vragen dan de begroting nu vermeldt. Ook moet de aanvrager onderzoeken of meer huurders hun collectie in het depot willen stallen, wat aanzienlijk meer inkomsten zou kunnen opleveren. MBVB kan hierin meer energie steken. De Raad begrijpt niet waarom het museum een aanzienlijk bedrag aanvullende subsidie aanvraagt.

Fair pay
Over fair pay schrijft MBVB dat medewerkers betaald krijgen conform de museum-cao en dat het museum de richtlijnen voor kunstenaarshonoraria van het Mondriaan Fonds onderschrijft. Hoe dat er in de praktijk uitziet, maakt de aanvraag echter niet duidelijk. Met opdrachtnemers zou structureel worden geëvalueerd en met medewerkers staat fair practice op de agenda bij de jaargesprekken. Welke consequenties dit alles oplevert, blijft onzichtbaar.

De Raad constateert tot slot een aantal zaken over de aanvraag om meer Cultuurplansubsidie voor het museum:

  • De inhoudelijke én bedrijfsmatige langetermijnplanning schiet tekort.
  • Tekorten die in het verleden zijn ontstaan, kunnen geen grond zijn om nu meer subsidie te krijgen.
  • Een museum moet in de exploitatie ruimte kunnen vinden voor nieuwe activiteiten, ook al is het museum tijdelijk dicht.
  • MBVB moet meer inkomsten kunnen werven uit sponsoring (door het bedrijfsleven), reizende tentoonstellingen en de verhuur van ruimten in het depot.

Om deze vier redenen ziet de RRKC geen aanleiding het subsidiebedrag te verhogen.

Hoewel het museumgebouw dicht is, weet MBVB nog een relatief groot publiek te bereiken met tentoonstellingsprogramma’s in naburige musea en de Kunsthal. De Stichting Droom en Daad maakte dit samenwerkingsproject, met de toepasselijke titel Boijmans bij de Buren, mogelijk. Deze lijn zou MBVB kunnen voortzetten, want hoe meer het museum bereid is om samen te werken, des te groter de kans op meer publiek.

Publiek
In dit verband vraagt de Raad zich af hoe MBVB zich na 2021 als tentoonstellingsruimte gaat ontwikkelen en hoe het depotgebouw en het museumgebouw zich na 2026 tot elkaar gaan verhouden. MBVB verwacht in de komende vier jaar in het depotgebouw gemiddeld 175.000 betalende bezoekers te ontvangen; in het jaar na de opening 200.000 en daarna aflopend tot 150.000 in 2024. De Raad vindt dat hier de verwachtingen te hoog zijn, ondanks de stevige inzet op marketing van het depot.

De Transit Academie zal weinig publiek trekken; maar publieksbereik is ook niet wat MBVB met dit plan beoogt. Wel is de Raad benieuwd welke maatschappelijke impact de activiteiten van de Transit Academie gaat hebben. Als dit initiatief zich goed ontwikkelt, zou de Transit Academie zich op den duur kunnen aansluiten bij de Campus op Zuid.

Met nieuwe elementen zou het museum nieuw publiek kunnen bereiken, maar concrete plannen hiervoor ontbreken. De Raad heeft er evenwel begrip voor dat het voor een museumorganisatie in transitie moeilijk is om nieuw publiek te werven; een strategie om digitaal nieuw publiek te interesseren kan wel succesvol blijken.

Personeel
Hoewel MBVB na het advies van de RRKC Boijmans Binnenstebuiten (2018) en aanvullende rapportages stappen vooruit heeft gezet, is de Raad matig positief over de inclusieve benadering van MBVB. De aanvrager heeft weliswaar aandacht voor inclusiviteit, maar de Raad mist een visie hierop en een plan van aanpak. Vooral waar het gaat om het diverser maken van het personeelsbestand en de raad van toezicht blijft MBVB in gebreke. De Raad vindt dat het museum in de komende transitieperiode juist de kans moet benutten om te experimenteren met nieuwe doelgroepen, nieuw aanbod, werkmethodieken et cetera. Het profiel van de toekomstige crew is hiervoor bepalend.

Positief is dat MBVB de toegankelijkheid van het museum en het depot voor specifieke groepen wil bevorderen, zoals voor mensen met een beperking. De Raad ziet dat de aanvrager pogingen onderneemt om met de collectie nieuwe wegen naar inclusiviteit te bewandelen. Opvallend is dat voorgenomen activiteiten hoofdzakelijk projectmatig zijn en nauwelijks structureel.

Het depotgebouw dat in 2021 open gaat, mag innovatief heten, zeker voor Nederland. Maar of dat ook geldt voor de activiteiten die er straks plaatsvinden, blijft de vraag. Het publiek kan al in meerdere musea kennismaken met restauraties. De Transit Academie, de omscholing van medewerkers en de maatschappelijke impact die MBVB ermee wil bereiken kunnen als vernieuwend worden beschouwd. De digitale strategie om achterstanden in te halen merkt de Raad niet aan als vernieuwend.

MBVB vermeldt in zijn beleidsplan veel vormen van samenwerking: in de klas, bij naburige musea en de Kunsthal, in Rotterdam-Zuid met de Transit Academie en straks wellicht met de Cultuurcampus. De vraag is welke verbindingen er in de eigen museale sector tot stand komen en welke meerwaarde die voor de partners opleveren. De samenwerking met de buurmusea kwam vooral voort uit de wensen en noden van MBVB zelf en levert relatief weinig inhoudelijke meerwaarde voor de buurmusea.
Welke dwarsverbanden kan samenwerking met Maritiem Museum Rotterdam, het Chabot Museum en Museum Rotterdam opleveren? Van een RCB-instelling als MBVB mag de gemeente verwachten dat het verantwoordelijkheid neemt voor de gehele museale sector, door scherp en genereus te opereren om die status waar te maken. Het Verhaal van Rotterdam wordt sterker als MBVB hierin participeert.

Buiten de cultuursector werkt MBVB samen met tal van partners. De Raad vindt het positief dat het ook met grassrootsinstellingen partnerschappen wil aangaan en heeft de indruk dat het hiermee de diversiteit wil borgen. De Raad waardeert dit, maar ziet op dit vlak meer intenties dan uitgewerkte plannen. Die zijn echter wel belangrijk, want daarmee kan MBVB duidelijk maken dat samenwerken ook geld kost.
In het Museumpark werken museale instellingen samen. De rol van MBVB daarin is evident. Eerder stelde MBVB zich meer eenzelvig op.

De vraag is of MBVB zijn status van RCB-instelling gaat waarmaken. Het valt de Raad op dat het museum zich bewust is van deze positie, maar zich als samenwerkingspartner eenzelvig heeft opgesteld. Nu het museumgebouw tot 2026 is gesloten, staat MBVB voor een grote uitdaging om de verschillende vormen van samenwerking aan te gaan, die tot concrete resultaten zullen leiden.

Als platform voor talentontwikkeling zet MBVB stappen met fellowships in het depotgebouw en met kunstenaars in de Transit Academie; aangezien het depotgebouw nog niet af is, zijn deze samenwerkingen nog prematuur.

MBVB vervult zijn rol als RCB-instelling zonder overtuiging en vooral vanuit het belang van de eigen activiteiten. Het museum heeft een prikkel nodig om een andere visie te ontwikkelen op zijn rol in de stad, in het bijzonder waar het gaat om talentontwikkeling en interconnectiviteit. De inclusieve benadering van MBVB wekt verwachtingen, maar het is nog de vraag of het museum deze gaat inlossen, in het bijzonder op het terrein van een diverse personeelssamenstelling. De Raad concludeert dat MBVB zich niet in bijzondere mate onderscheidt op de drie beleidsprioriteiten die de gemeente stelt.