Advies
Van stiefkind tot oogappel

De wethouder van Participatie, Cultuur en Milieu verzoekt de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur in 2008 een advies uit te brengen over de rol die amateurkunst speelt en kan spelen in de participatie van Rotterdammers.
Analyse
In zijn onderzoek kiest de Raad er voor de term amateurkunst te vervangen door vrijetijdskunst, omdat deze term beter aansluit bij de praktijk. In de afgelopen jaren zijn de budgetten voor vrijetijdskunst onder druk komen te staan. Dit heeft gevolgen voor het aanbod, de artistieke vernieuwing en de zichtbaarheid in de stad. Volgens het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) blijkt desondanks dat één op de drie Rotterdammers één of meer kunstvormen in de vrije tijd beoefent. De bloeiende vrijetijdskunstsector zorgt er niet alleen voor dat vele Rotterdammers met plezier hun vrije tijd beleven, maar ook dat zij zich cultureel ontwikkelen. Bovendien voorziet de vrijetijdskunstsector in een aanbod dat de professionele kunsten niet aanbieden.
Advies
Desondanks meent de Raad dat Rotterdammers nog intensiever moeten kunnen participeren in vrijetijdskunst. Als actieve vrijetijdskunstenaar, als bezoeker of als vrijwilliger. Dit leidt tot betere prestaties en een groter publieksbereik. De Raad stelt voor dat de gemeente een ‘Actieplan Vrijetijdskunst’, eventueel als onderdeel van het gemeentelijk ‘Programma Cultuurparticipatie’, initieert.
Effectmeting
Wat is er met de aanbevelingen in dit advies gebeurd vanaf het moment van uitbrengen? Dat leest u in de effectmeting. Het gaat hierbij niet om de output.
Gevraagd advies, Participatie en educatie, 2008