22 juni 2022
Reactie RRKC op college-besluit

Op 31 mei kondigde de wethouder Onderwijs, cultuur en toerisme, Said Kasmi aan de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur per 1 januari 2023 op te heffen. Een besluit dat op ondeugdelijke gronden is genomen en bestuurlijk op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. We roepen op om het besluit van het vorige college te heroverwegen vanwege de ingrijpende en verstrekkende gevolgen die het heeft voor de onafhankelijkheid van cultuuradvies in Rotterdam. We vragen de tijd en ruimte te nemen voor een eigen afweging, in overleg met alle partijen.
1. Onafhankelijk advies in gevaar
Het besluit ontneemt de stad het onafhankelijke advies over cultuur dat van wezenlijk belang is voor het culturele leven. Het belang van onafhankelijk advies ligt in het nog immer geldende principe van Thorbecke dat politiek niet oordeelt over kunst en cultuur, en zich beperkt tot het scheppen van de juiste voorwaarden voor een bloeiend cultureel leven.
De scheiding tussen politiek en cultuur volgt uit de in de grondwet vastgelegde vrijheid van individuele expressie en de daaruit voortvloeiende vrijheid van het culturele leven. We hebben het hier over fundamentele waarden van onze samenleving. Het besluit om het culturele adviescollege van Rotterdam op te heffen baart ons daarom grote zorgen.
In de relatie tussen overheid en kunst- en cultuursector fungeert een onafhankelijke adviesraad als een derde partij, die zonder politiek of cultureel belang of zorg om eigen bestaan kan oordelen over kunst en cultuur. Dat oordeel helpt overheid en sector om richting te geven aan het beleid en te komen tot een vruchtbare samenwerking ten behoeve van de Rotterdamse samenleving. De impact van de adviezen hangt uiteindelijk af van wat overheid en sector er mee doen.
‘Uit de markt’
Wat het vorige college in de brief voorstelt staat die onafhankelijkheid in de weg. Het idee is om de Cultuurplanadvisering projectmatig te organiseren en voor overige adviezen de cultuursector te raadplegen, of er wordt gezocht adviseurs die passen bij de adviesbehoefte van dat moment. Dit kunnen adviesbureaus zijn of ad hoc commissies. Hier gaat de onafhankelijkheid verloren:
- Onafhankelijk advisering is niet hetzelfde als het vragen naar het standpunt van belanghebbende partijen, zoals het Directeurenoverleg of de Rotterdamse Culturele Basisinfrastructuur.
- Onafhankelijk advisering is niet hetzelfde als door de gemeente al dan niet aanbesteed commercieel organisatieadvies.
- Een permanente, zelfstandig georganiseerde adviesraad bouwt kennis, ervaring en netwerk op die voorwaarden zijn voor gezaghebbende adviezen. Het verwerft zo de tegenmacht die de macht in evenwicht houdt. Ad hoc commissies zijn naar hun tijdelijke aard niet in staat die positie te verwerven.
Spraak en tegenspraak verdwijnen in een aanpak waarin alle adviezen worden gevraagd, georganiseerd en al dan niet gepubliceerd door de gemeente, laat staan wanneer dit alles binnen één beleidsafdeling valt. Als de huidige spanning tussen college en RRKC iets aantoont, is het wel dat de RRKC zich onafhankelijker opstelt dan het college wenst. Dat is geen goede voorbode voor onafhankelijkheid van de ad hoc advisering die het college wil organiseren.
2. Ondeugdelijk gegrond en bestuurlijk onzorgvuldig
Het vorige college baseert diens besluit grotendeels op de evaluatie van de RRKC over de periode 2017- 2020. De evaluatie bestaat uit het opleveren van een rapport door het organisatieadviesbureau Rijnconsult, getiteld Uit de groef, dat het college op 31 mei naar de gemeenteraad stuurde ter informatie bij het besluit tot opheffing van de RRKC. Het rapport schiet in onze ogen te kort als grond voor het besluit. Bij de totstandkoming is onvoldoende rekening gehouden met gevoeligheden en bezwaren aan onze zijde. Er is afgeweken van de gebruikelijke procedure van evaluatie, zoals die bij de twee vorige evaluaties is toegepast. Het rapport zelf lijkt gekleurd en een bepaalde richting in te sturen. Wij herkennen ons dan ook niet in de conclusies. In onze zienswijze op het beëindigen van de subsidie aan de RKS gaat de RRKC hier nader op in.
LEES DE ZIENSWIJZE VAN DE RKSArgumenten college
Naast het rapport baseert het vorige college het besluit op de volgende argumenten:
- De cultuursector is steeds meer een gesprekspartner van de gemeente bij beleidsontwikkeling.
Wij juichen toe dat de Rotterdamse culturele instellingen hun belang georganiseerd weten te verwoorden, en ook dat het college daar een luisterend oor voor toont. Het versterkt de dialoog in de driehoek overheid-sector-adviesraad. Het is echter geen onafhankelijk advies, gevraagd of ongevraagd. - De landelijke Raad voor Cultuur geeft adviezen die voor Rotterdam nuttig zijn.
Adviezen van de Raad voor Cultuur krijgen de laatste jaren een grotere reikwijdte en spreken daarmee ook andere overheden aan. Omgekeerd raken onze adviezen soms ook voorbij de gemeentegrenzen. Beide raden werken dan ook graag samen op overlappend terrein. Maar de Raad voor Cultuur kan en zal niet adviseren over de Rotterdamse culturele sector, laat staan dat het college in staat is een dergelijk advies te vragen. - Er zijn weinig gemeenten met een vergelijkbare adviesstructuur voor een Cultuurplan.
Dat is in zichzelf geen argument. Het vergt een vergelijkend onderzoek, zoals eerder is gevraagd in de motie Er zijn meer wegen die leiden naar cultuur (20bb17968), hetgeen ontbreekt in het evaluatierapport. Evaluaties in andere steden, waar men met een Cultuurplan werkt, leren dat werken met een ad hoc commissie het nadeel heeft van gebrek aan geheugen en kennis van de stad. De bewering dat deze werkwijze lagere kosten met zich brengt bewijst de brief niet.
Opheffing negeert de politiek en Cultuurplanprocedure
Het besluit slaat geen acht op de huidige situatie, zowel in de politiek als in het cultuurbeleid:
- Dat het vorige college dit alleen ter informatie naar de gemeenteraad stuurde, gaat voorbij aan de betrokkenheid die de gemeenteraad heeft getoond bij de RRKC in het debat over het Cultuurplanproces. Dit spreekt met name uit de motie 21bb16286 (Een advies voor Rotterdammers) die het college opdraagt “op korte termijn te onderzoeken op welke wijze de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur vanaf de nieuwe raadsperiode ook voor de gemeenteraad als adviesorgaan kan functioneren.” Met de opheffing van de RRKC zegt het vorige college in zijn brief deze motie afgedaan te hebben, hoewel het niet is onderzocht. Maar vooral zien wij niet in hoe met de opheffing van de RRKC het zou kunnen functioneren als adviesorgaan van de gemeenteraad.
- In het besluit missen wij ook de zorg voor de nieuwe Cultuurplanprocedure. De RRKC is al met de voorbereidingen bezig. Indien de advisering op een andere wijze tot stand moet komen, na overleg met de gemeenteraad en naar wij aannemen ook met de cultuursector, zien we niet in hoe dit tot een alom geaccepteerde advisering kan leiden die op 1 januari aanstaande kan beginnen.
3. Het kan altijd beter
We zijn met de wethouder van mening dat de huidige situatie voor verbetering vatbaar is en dat daar ruimte voor is, zowel in de structuur waarin de advisering is gevat als in de wijze waarop er door partijen met die structuur wordt omgaan. Wij staan open voor verandering en hebben daartoe in de afgelopen periode voorstellen gedaan die geen vervolg hebben gekregen.
We stellen voor om samen een nieuw onderzoek te laten doen naar een voor alle partijen – gemeente, gemeenteraad, sector en adviesraad – passende structuur. Verbetering van de samenwerking kan zo handen en voeten krijgen. De Rotterdamse kunst en cultuur verdienen dat.
4. Verzoek aan het college
Een nieuw college, een nieuw geluid. We roepen op om het besluit van het vorige college te heroverwegen vanwege de ingrijpende en verstrekkende gevolgen die het heeft voor de onafhankelijkheid van cultuuradvies in Rotterdam. We vragen de tijd en ruimte te nemen voor een eigen afweging, in overleg met alle partijen.
Verder vragen we de motie 21bb16286 (Een advies voor Rotterdammers) uit te voeren en te laten onderzoeken hoe advisering door de RRKC aan de gemeenteraad te organiseren is.
En we wensen voor alle betrokkenen graag tijdig duidelijkheid over de advisering in de Cultuurplanprocedure 2025-2028. De RRKC staat er in ieder geval klaar voor.