16 september 2020
Cultuurplanadvies in het kort: Inclusiviteit

Met Cultuurplanadvies in het kort licht de RRKC puntsgewijs de meest opvallende conclusies van het Cultuurplanadvies 2021-2024 toe. De thema’s die aan bod komen zijn Publiek, de Rotterdamse Culturele Basis (RCB) en (hieronder) Inclusiviteit.
In de aanvraagprocedure voor het Cultuurplan 2021-2024 vroeg het college aan aanvragers om in het meerjarenbeleidsplan een paragraaf over inclusiviteit op te nemen. De Raad heeft daarop de visie, ambities en concrete plannen van organisaties met betrekking tot inclusiviteit getoetst. De meeste aanvragers stellen teleur, maar de uitblinkers schijnen hard.
Wat opvalt in de aanvragen:
- In de meeste aanvragen voor de Cultuurplanperiode 2021-2024 ontbreken een visie, ambities en een plan van aanpak voor inclusiviteit.
- Organisaties zeggen opvallend vaak inclusiviteit ‘in het DNA’ te hebben, maar beschrijven in hun meerjarenbeleidsplannen veelal intenties die zelden concreet worden gemaakt.
- Organisaties interpreteren inclusiviteit wisselend. Zo zijn er organisaties die – onterecht – vinden dat zij bij voorbaat inclusief opereren omdat ze internationaal programmeren of actief zijn op Rotterdamse scholen.
- Veel organisaties vatten inclusiviteit op als culturele diversiteit, met als gevolg dat er binnen de aanvragen relatief weinig aandacht is voor verschillende vormen van seksualiteit en gender-diversiteit, ouderen of mensen met een beperking.
- Letteren & Debat heeft een opvallende inhaalslag gemaakt op het gebied van inclusiviteit, terwijl onder andere Beeldende kunst & Fotografie, de museale sector en cultuureducatieve organisaties hierin nog stappen moeten zetten.
- RCB-instellingen (uitgezonderd Theater Zuidplein en Kunsthal) presteren slechter op het gebied van inclusiviteit dan de positief beoordeelde nieuwkomers of organisaties die vorig jaar tot het Cultuurplan toetraden.
- In meerdere beleidsplannen is wel een paragraaf over inclusiviteit opgenomen, maar de code Diversiteit & Inclusie en de vier p’s, worden zelden aangeroerd.
- Diversificatie op het gebied van personeel wordt het minst in de aanvragen genoemd: ambities op het gebied van personeel worden in de aanvragen zelden geformuleerd.
- Veel instellingen die zich committeren aan inclusiviteit, doen dit slechts via één van de p’s, waarbij de aandacht het vaakst gaat naar – incidentele – programmering.
- Veel aanvragers noemen in hun aanvraag (veel) partners, maar daarbij wordt zelden de aard of het doel van de samenwerking toegelicht. Samenwerkingen tussen organisaties zijn vaak incidenteel en wekken de indruk slechts in beperkte mate winst op te leveren voor de ‘kleinere’ partners.
- De meest ‘aangeboren inclusiviteit’ is te zien bij nieuwe positief beoordeelde organisaties; meer dan andere organisaties opereren zij van nature inclusief, met een divers samengesteld team en een samenhangende blik op alle vier de p’s.
Lees in het Cultuurplanadvies 2021-2024 meer over deze conclusies van de RRKC.