Gepubliceerd op:

27 november 2018

Sectoradvies Beeldende Kunst verschenen


De beeldende kunstsector in ons land is veelzijdig, flexibel en dynamisch, maar kleinschaligheid en versnippering maken hem ook kwetsbaar.

Zo hebben we minder presentatieplekken, onvoldoende ruimte voor experiment of talentontwikkeling en lage honoraria voor de kunstenaars de potentie van de sector de afgelopen jaren aangetast. Dat constateert de Raad voor Cultuur in het advies ‘Zichtbaar van waarde’, een van de tien sectoradviezen die de raad tussen najaar 2017 en eind 2018 uitbrengt.

De raad pleit er voor om de positie van de individuele kunstenaar en de infrastructuur van de sector te verstevigen, en daarvoor middelen ter beschikking te stellen. Een eerlijke betaling aan kunstenaars en bemiddelaars zou vanzelfsprekend moeten worden. Daarnaast wil de raad dat kerninstellingen – zeker in steden met een levendig kunstklimaat – talent stimuleren, nieuw werk zichtbaar maken, artistiek onderzoek laten opbloeien en het debat over de beeldende kunst aanzwengelen. Overheden moeten oog hebben voor de betekenis van beeldende kunst en een omgeving creëren, waarin kunstenaars en hun werk beter tot hun recht kunnen komen.

De raad vindt dat elke Nederlander – ongeacht leeftijd, achtergrond, etniciteit, inkomen of woonplaats – optimaal toegang zou moeten hebben tot kunst en cultuur. Een steviger inzet op een divers publieksbereik is ook in de beeldende kunstsector noodzakelijk. Dat vergroot bovendien het draagvlak en de maatschappelijke betekenis ervan.

Kwalitatief goede cultuureducatie, met daarin aandacht voor de beeldende kunst, zou vanaf de basisschool een vast onderdeel moeten worden van het lespakket.

De sectoradviezen vormen samen met onder meer de verkenning ‘Cultuur voor stad, land en regio’ de bouwstenen voor een discussie over de herziening van het cultuurbestel. Dat stelseladvies zal in het voorjaar van 2019 verschijnen.

Bron: Raad voor Cultuur