Gepubliceerd op:

19 oktober 2017

Conclusies vastgoedrapport overgenomen


Het rapport ‘Een cultuur van vast goed; bedrijfsvoering en organisatie rondom beheer en onderhoud van culturele panden’  dat de Rekenkamer Rotterdam in april uitbracht, werd op 13 september besproken in de vergadering van de Commissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte. De gemeenteraad heeft op 28 september de conclusies onderschreven en de aanbevelingen aan het college overgenomen.

Het rapport geeft antwoord op de vraag in hoeverre de gemeente adequaat inzicht heeft in de kwaliteit van de deelportefeuille kunst en cultuur als onderdeel van maatschappelijk vastgoed, of ze haar rol als eigenaar / verhuurder adequaat vervult en of de gemeente doelmatig omgaat met de betreffende financiële middelen.

De directeur van de Rekenkamer Rotterdam presenteerde in de commissievergadering zijn bevindingen in drie hoofdconclusies.

De eerste is dat de verantwoordelijkheid voor het goed beheer en onderhoud voor culturele panden onvoldoende is genomen. Cruciale documenten zijn onvolledig of ontbreken. De bedrijfsvoering ten aanzien van beheer en onderhoud van de culturele panden schiet ernstig tekort. Er is onvoldoende inzicht in gerealiseerde onderhoudswerkzaamheden.

De tweede hoofdconclusie is dat er grote tekortkomingen zijn in de kennis van, interne controle op en verantwoording over de onderhoudskosten per pand.

De laatste hoofdconclusie is dat de afdeling Vastgoed van de gemeente financiële risico’s loopt. Door de toenemende regierol komt de gemeente steeds meer op afstand te staan van haar eigen vastgoed. De kostendekkende huur heeft het beschikbare budget voor culturele activiteiten in de cultuurplanperiode 2013-2016 met gemiddeld 3 % verminderd, aldus de directeur van de Rekenkamer.

De gemeente Rotterdam is eigenaar van circa 2.300 vastgoedobjecten met een totale waarde van circa €1,6 miljard. De grootste portefeuille bestaat uit het maatschappelijk vastgoed met 1.431 objecten met een totale waarde van circa € 1,2 miljard. Maatschappelijk vastgoed betreft gebouwen waarin maatschappelijke activiteiten plaatsvinden. Voorbeelden zijn sportaccommodaties, schoolgebouwen, voorzieningen voor maatschappelijk opvang, theaters en museale gebouwen.

Relevante links

Het rapport