Gepubliceerd op:

15 september 2017

Maak kennis met … Suzanne Wallinga, A Tale of a Tub


Suzanne Wallinga (links), Nathanja van Dijk, Carolyn H Drake en kunstenaar Paul Geelen op kroegentocht in Rotterdam

Onder de 86 culturele instellingen die zijn opgenomen in het Cultuurplan 2017-2020 zijn 18 organisaties die nog niet eerder meerjarige subsidie ontvingen. In een serie korte interviews stelt een aantal van deze instellingen zich aan u voor.

Wie ben je? Wat doet je organisatie?
Ik ben Suzanne Wallinga, curator beeldende kunst. In 2014 richtte ik samen met Nathanja van Dijk en Carolyn H Drake A Tale of a Tub op. Wij zijn een non-profit kunstinstelling in het voormalige badhuis van het Justus van Effen wooncomplex in Spangen. Hier werd de was gedaan, boven hing het wasgoed te drogen en er waren douches voor de bewoners van het complex. Op onze vloer kun je nog zien waar de wastobbes hebben gestaan.

Via Wilfried Lentz, die boven ons een galerie heeft, hebben we dit pand ontdekt en we werden er meteen verliefd op. Vanaf dat moment is alles heel snel gegaan. In juni 2014 hebben we een stichting opgericht en in september was onze eerste tentoonstelling te zien. Dat eerste kunstprogramma konden we financieren met een lening van Fonds Kwadraat.

De ruimte heeft echt een eigen karakter, het is geen ‘white cube’. Je voelt de geschiedenis hier en je zit letterlijk midden in een woonwijk. Een locatie op de Witte de Withstraat had misschien meer voor de hand gelegen omdat daar meer galeries en andere kunstinstellingen zijn. De concentratie is hier echter anders, er zijn geen volle terrassen. We krijgen veel bezoekers die echt voor ons komen of voor de monumentale architectuur van het complex. Daarnaast zijn de buurtbewoners ook geïnteresseerd en lopen regelmatig binnen.

Ons programma is geëngageerd en biedt vaak reflectie op maatschappelijke thema’s. A Tale of a Tub laat geen kunstenaars zien die aan het begin van hun carrière staan maar toont voornamelijk kunstenaars die al wat ervaring hebben op gedaan. We werken veel met buitenlandse kunstenaars en maken ook groepstentoonstellingen waarin we Nederlandse en buitenlandse kunstenaars combineren. We bieden daarnaast ook regelmatig een kunstenaar een plek als artist-in-residence. We tonen voornamelijk nieuw werk van een kunstenaar en begeleiden een kunstenaar in praktische zin maar ook inhoudelijk. Een expositie hier betekent vaak een nieuwe stap in iemands praktijk.

Wie is je publiek? Hoe bereik je ze? Welke tip heb je voor gevestigde instellingen die nieuw publiek willen bereiken?
Hier komen voornamelijk mensen die geïnteresseerd zijn in beeldende kunst. We trekken zowel internationaal, landelijk als lokaal publiek. We maken daarnaast actief onderdeel uit van de wijk. We zijn bij de buurtbarbecue en buurtfeesten. Er komen ook veel architectuurliefhebbers naar het complex, uit binnen-en buitenland. Het Justus van Effen complex was de eerste galerijflat ter wereld, ontworpen door Michiel Brinkman, wiens vader de Van Nellefabriek ontwierp.

Ik ben van mening dat kunst ons iets kan vertellen over de wereld waar we nu in leven. Kunstenaars reflecteren via hun werk op de thema’s die spelen in hun omgeving. Igshaan Adams, bijvoorbeeld was een periode artist-in-residence hier. Hij maakte werk over homoseksualiteit binnen de islam. Daarvoor zocht hij contact met Stichting Maruf die zich inzet voor lhbt-ers binnen de moslimgemeenschap. Zo kwam hij ook weer in contact met jongeren uit de buurt.

Mijn tip aan andere organisaties is dan ook: Ga niet zelf iets voor een nieuwe doelgroep bedenken. Werk samen met organisaties die een goed netwerk hebben. En laat mensen uit dat netwerk meewerken en meedenken.

Wat willen jullie over vier jaar bereikt hebben? Wat is er dan veranderd in je organisatie?
We willen een stabielere organisatie hebben. Sinds we in het cultuurplan zitten gaan een aantal zaken al makkelijker. Het werven van fondsen is eenvoudiger omdat we al structurele subsidie hebben. We kunnen nu ook verder vooruit plannen. En we kunnen samenwerken met grotere partijen zoals OMA en het Nieuwe Instituut. We gaan met iemand samenwerken die educatieprojecten met kinderen gaat doen. Er wonen hier veel kinderen die regelmatig binnenlopen en iets willen doen. Dat moeten we nu echt oppakken.

Verder willen we met meer mensen samenwerken. Meer gastcuratoren, nog meer stemmen in het programma. Meer aandacht voor communicatie. En we willen natuurlijk dat iedereen naar Spangen komt.

Welk project kijk je het meeste naar uit?
Ik kijk uit naar onze nieuwe tentoonstelling die op 7 september opent en die geïnspireerd is op het werk van de Spaanse filosofe Maria Zambrano. Ze pleitte er voor om meer poëzie en mystiek in ons denken toe te laten. Naast een uitgebreid programma in het badhuis is een deel van de tentoonstelling in de privé-appartementen van de huidige bewoners van het Justus van Effencomplex geïnstalleerd. We werken hiervoor samen met onze vrijwilligers uit de buurt en een aantal van de bewoners van het complex. Voor dit project werken we verder samen met de bibliotheek en een aantal vrouwengroepen uit de wijk aan een workshop voor vrouwen met een taalachterstand. A Tale of a Tub wordt getransformeerd in een levendige plek voor samenkomst, waar wekelijks een veranderend “live” programma plaats zal vinden. Deze aanpak reflecteert een houding waaruit niet een stem, visie of perspectief klinkt, maar meerdere manieren van uitwisseling ontstaan, waardoor Delirium & Destiny trouw blijft aan het gedachtengoed van Maria Zambrano.