Gepubliceerd op:

8 juli 2014

toetsingscommissie ontzamelen benoemd


Wereldmuseum. Foto: Marc Heeman

Op 1 juli 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders Rotterdam de voorzitter en leden van de Toetsingscommissie Ontzamelen benoemd.
De commissie heeft als opdracht het college te adviseren over de voorstellen die de gemeentelijke musea in kunnen dienen tot ontzameling van (delen van) de gemeentelijke museumcollecties. De commissie toetst de ontzamelvoorstellen op zorgvuldigheid en transparantie. Daarbij neemt zij onder meer de vraag mee of de landelijke leidraad voor het Afstoten van Museale objecten (LAMO) gevolgd is en hoe het ontzamelvoorstel zich verhoudt tot het vastgestelde collectiebeleidsplan van de indiener. Uitgangspunt bij de selectie was dat de leden van de Toetsingscommissie gezamenlijk dienen te beschikken over:

  • juridische expertise, bestuurlijke ervaring en affiniteit met de kunst- en erfgoedsector;
  • financiële expertise op het gebied van kunst en erfgoed;
  • kennis van de Collectie Nederland en de museumwereld, zowel Rotterdams als landelijk, alsmede de LAMO.

De leden
Tot voorzitter van de Toetsingscommissie is benoemd de heer drs. J. Laan. De heer Laan beschikt over een rijke bestuurlijke ervaring en affiniteit met de kunst- en erfgoedsector.
Tot leden van de commissie zijn benoemd mevrouw M. Brouwer (directeur Museum Het Valkhof in Nijmegen en tot voor kort lid van de Ethische Codecommissie van de Nederlandse Museumvereniging), mevrouw L. Grijns (zelfstandig ondernemer en tot voor kort secretaris van de Werkgroep LAMO bij de Nederlandse Museumvereniging) en de heer J.M. Boll (voorheen advocaat en lid van de Raad van State; via diverse bestuurlijke functies betrokken bij de kunst- en erfgoedsector). In de personen Laan, Brouwer, Grijns en Boll meent het college de genoemde deskundigheid en kwaliteiten gevonden te hebben.

Continuïteit gewaarborgd
De ontzamelprocedure zal na twee jaar worden geëvalueerd, zoals in januari 2014 afgesproken met de gemeenteraad. De leden van de Toetsingscommissie zijn daarom vooralsnog voor twee jaar benoemd. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie bestaat de mogelijkheid tot verlenging met nog eens twee jaar. In verband met de gewenste continuïteit in kennis en ervaring zal de commissie gevraagd worden een rooster van aftreden op te stellen, zodat na telkens twee jaar de helft van het aantal leden wordt vernieuwd.