Muziek (jazz/pop/urban)

Muziek (Jazz/Pop/Urban). Positief beoordeelde aanvragen

* Prijspeil 2020, Bron: Gemeente Rotterdam

Muziek (Jazz/Pop/Urban). Negatief beoordeelde aanvragen

Popmuziek
De Rotterdamse popsector kenmerkt zich door een bijzonder aanwezige, sterke en diverse jongerencultuur en een breed palet aan muziekstijlen, waartussen bijzondere en sterke samenwerkingen tot stand kwamen. Vergeleken bij andere steden heeft Rotterdam veel podia en festivals met een onderscheidende programmering: Baroeg, GROUNDS, De Doelen, Rotown, WORM en Annabel; de festivals Metropolis, Motel Mozaïque en Rotterdam Unlimited, maar bijvoorbeeld ook het Eendrachtfestival, festival Downtown en Baroeg Open Air. Er ontstaan nieuwe festivals en concertseries, waarbij allerlei locaties in de stad benut worden. Het festival Left of the Dial (initiator Rotown) vindt bijvoorbeeld plaats op uiteenlopende locaties in de stad, waaronder V2_Lab voor instabiele media en Vessel 21.
Met marketingconcepten als sharing is caring en Rotterdam Concert Buddies werkt Rotown aan maatschappelijk relevante thema’s als eenzaamheid en cultuurbezoek door minderbedeelden. Dit zijn interessante opties om verder te ontwikkelen. GROUNDS ontwikkelde een methode om grassroots organisaties aan het podium te binden door de inzet van een wijkcoördinator; de resultaten hiervan bewijzen dat dit idee ook voor andere podia interessant kan zijn. Jazzpodium Rotterdam (BIRD) heeft een volwaardig eigen publieksonderzoek ontwikkeld en uitgevoerd, en Motel Mozaïque zet in op duurzaamheid en streeft naar een klimaat-positieve werkwijze. Operator Radio is een innovatief platform dat internetradio, podcast, en studio- en presentatieactiviteiten koppelt en tegelijk ook een digitaal uithangbord kan zijn voor de (urban) muzieksector.

Talentontwikkeling
Popunie en De Nieuwe Lichting, maar ook Music Matters en HipHopHuis dragen bij aan talentontwikkeling. Deze organisaties ontdekken bijzondere talenten, programmeren die en laten dat stedelijk talent doorstromen. Zo creëren zij een podium voor Rotterdams talent in de stad. Campus Coolhaven is een nieuw initiatief waarin creatief talent in de podiumkunsten, met onder meer muziek, een kans krijgt. Initiatiefnemers zijn Maas theater en dans, GROUNDS, met daaraan gekoppeld het WMDC, Jeugdtheater Hofplein, Codarts, het Albeda College met de mbo-opleidingen theater, dans en muziek en de middelbare scholenkoepel LMC met de theaterhavo/vwo voor muziek en dans.
In de plannen voor het Cultuurplan 2021-2024 is bij podia en festivals opvallend veel aandacht om (opkomend) talent in verschillende fases van hun carrière te willen ondersteunen en in hen te investeren. Deze trendbreuk levert een andere taakopvatting op bij veel van de podia.
De Raad is van mening dat er voldoende formele capaciteit en faciliteiten in de stad voorhanden lijken te zijn voor productie, programmering (presentatie) en talentontwikkeling in de popmuziek. Wel is meer onderlinge afstemming nodig om dubbel-, onder- of overaanbod te voorkomen.
Aan de andere kant ziet de Raad dat de informele ruimte in de wijken drastisch is afgenomen, sinds de decentralisatie van het welzijnswerk en de aanbesteding daarvan. Heel jonge makers werken nu veelal thuis en dat stimuleert hen vaak onvoldoende, waardoor talent niet tot bloei komt. Informele ruimte op wijkniveau is belangrijk in het prille begin, als jonge talenten muziek ontdekken en voor de ontmoeting, gedachtewisseling en samenwerking met leeftijdgenoten, die ook met muziek (of een andere kunstvorm) bezig zijn. Een nieuwe organisatie als Operator Radio komt hieraan tegemoet: die organiseert zowel digitale als fysieke ontmoetingen voor musici die veelal thuis werken. De aanvraag van Operator Radio maakt ook duidelijk dat de digitale innovatie van de sector achterblijft en aandacht behoeft. Er is ruimte voor nieuwe (digitale) producten voor professionals en voor publiek, maar dit aanbod komt slecht op gang. Het zou goed zijn als de instellingen hier samen meer visie op ontwikkelen.
De Raad ziet dat de verschillende functies (ondersteuning, programmering, productie, talentontwikkeling) in de keten ook meer door elkaar gaan lopen. Dit is geen slechte ontwikkeling; het verantwoordelijkheidsgevoel voor talentontwikkeling neemt toe bij podia en festivals. Die proberen ook minder bereikbaar geachte publieksgroepen te bereiken. Kortom, podia geven blijk van een groter maatschappelijk bewustzijn. 

Bedrijfsvoering
De gemeente zegt in haar beleidsvisie in te zetten op: ‘versterking en uitbouw van het Rotterdams pop-upmodel, omdat het effectief bijdraagt aan een breed, artistiek hoogwaardig aanbod voor een divers publiek.’ De gemeente heeft in de periode 2017-2020 de samenwerkende partijen gestimuleerd door voor grotere concerten extra financiering beschikbaar te stellen. Dit werd mogelijk door extra middelen toe te voegen en deze te verdelen over de belangrijkste pop-uppartners, in het bijzonder Rotown en Motel Mozaïque. De gemeente heeft de intentie om te helpen de programmering verder uit te bouwen, in het bijzonder waar het gaat om grootschalig aanbod. De popsector wordt in ieder geval gezien als een voorbeeld van interconnectiviteit, met daarin Popunie en Stichting Pop-Up als centrale spelers.
Het pop-upmodel kenmerkt zich door verschillende, over de stad verspreide podia die succesvol in gezamenlijkheid ‘de stad programmeren’. Rotterdam onderscheidt zich in dit opzicht van andere steden, waarin deze programmering eerder plaatsvindt op één grootschalig podium, met daaromheen veelal enkele kleinere zalen. De door sommigen lang gekoesterde wens om tot een grootstedelijk poppodium te komen, laat Rotterdam los; het pop-upmodel heeft de toekomst, ook wat de RRKC betreft.
De Raad signaleert dat het pop-upmodel ook op belangstelling kan rekenen bij andere gemeenten en podia. Het concept sluit aan bij de doorgaande ‘festivalisering’ en de wens van publiek om concerten mee te maken op bijzondere, passende en sfeervolle locaties in de stad. De samenwerking van negen organisaties in pop-upverband in de popmuziek is innovatief en mogelijk ook kansrijk in andere sectoren, zeker omdat in dit verband ook kennisuitwisseling plaats vindt.

De aanvragen van de pop-uporganisaties voor het Cultuurplan 2021-2024 (Rotown, Baroeg, Jazzpodium Rotterdam (BIRD), Motel Mozaïque, WORM, LantarenVenster, De Nieuwe Lichting) bevestigen het beeld van deze succesvolle manier van werken, maar de Raad kan zich op basis van de aanvragen geen helder beeld vormen van hoe de samenwerking er in de praktijk precies gaat uitzien, omdat hier weinig over is verwoord. De Raad is niettemin van mening dat het model toekomstbestendig is, omdat:

  • het model een betere spreiding van risico’s met zich meebrengt;
  • er altijd wel een locatie te vinden is, die past bij de sfeer van het concert of de publieksgroep;
  • de spreiding over de stad beter wordt, zeker nu de Maassilo en de RTM Stage van Ahoy erbij komen.

De Raad is van mening dat ook De Doelen – als belangrijke muzieklocatie in Rotterdam – niet mag ontbreken in het pop-upsamenwerkingsverband. Dit zou als positief effect hebben dat er meer podia beschikbaar zijn voor popprogrammering, dat De Doelen een serieuze rol kan gaan spelen in de popprogrammering en er daardoor beter in slaagt publieksgroepen te binnen te halen die tot nu toe niet over de drempel van het concertgebouw komen. Ook in het kader van de RCB-status van De Doelen is deze stap wenselijk.

De Maassilo is met een investering in het gebouw dankzij geld van Stichting Droom en Daad geschikter gemaakt voor concertprogrammering. Theater Rotterdam wordt benut als locatie voor grote concerten, maar ook voor festivals als Motel Mozaïque. Ahoy opent in 2020 de nieuwe RTM-stage, ook geschikt als concertzaal voor 2.750 bezoekers. Deze toevoegingen betekenen ongetwijfeld een impuls voor de muziekprogrammering in de stad.

De Raad signaleert dat het slecht gesteld is met de sponsoring van festivals en podia. Bijdragen van belanghebbende sectoren als hotelketens en cateringbedrijven ontbreken. Iedere instelling probeert zelf het een en ander uit, maar een goede structuur hiervoor ontbreekt.

De Raad vraagt de sector meer oog te hebben voor organisatorische talentontwikkeling en doorstroom aan de top. Afhankelijkheid van een bepalende artistiek leider of producent kan een bedreiging vormen voor het voortbestaan. Ook signaleert de Raad dat huisvesting voor enkele instellingen een issue blijft.

Festivals
De Raad signaleert dat het moeilijker wordt om geschikte festivallocaties in de stad te behouden en/of te vinden. Locaties die voorheen gebruikt werden, zijn soms nauwelijks meer beschikbaar of worden steeds minder geschikt. Externe factoren die hier invloed op hebben, zijn onder meer de groei van het aantal inwoners en functies in de binnenstad, waardoor het steeds drukker wordt en er meer overlast ontstaat; ook de grotere aandacht en waardering van bewoners voor groene ruimtes in de stad, die tijdens de zomerperiode toegankelijk blijven, speelt hierin een rol.

Deze ontwikkelingen leiden tot vaak heftige discussies, waarbij in het gevecht om de schaarse ruimte een onwenselijke wij-zij-cultuur ontstaat. Hiervoor heeft Rotterdam behoefte aan een integrale en realistische toekomstvisie op het festival- en evenementenbeleid met een heldere belangenafweging en meerdere scenario’s. Méér festivals betekent niet automatisch dat de stad daar beter van wordt. Een evenwichtig aanbod op basis van kwaliteit ligt meer dan ooit voor de hand. De Raad adviseert de gemeente hier in de komende periode aandacht voor te hebben, zodat het draagvlak voor festivals in de stad behouden blijft.

Publiek
De Raad plaatst een kanttekening bij de telling van publiek bij de pop-upconcerten en festivals. De samenwerkende podia hebben de neiging om de bezoekers van één concert allemaal te claimen als eigen bezoekers. De verschillende instellingen tellen het totale publiek mee in hun individuele opgaves, terwijl dit publiek maar naar één optreden is geweest en niet naar drie of vier concerten. Dit geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. De Raad adviseert de gemeente en de pop-uppodia hierover een heldere afspraak te maken.

Jazz
De jazzprogrammering in Rotterdam heeft zich in de afgelopen periode positief ontwikkeld: Jazzpodium Rotterdam (BIRD), LantarenVenster en De Doelen zijn de plekken voor jazz in het hogere segment. Jazzpodum Rotterdam (BIRD) en LantarenVenster hebben zich een plek verworven in het landelijke en internationale jazzcircuit, ieder met een eigen identiteit en programmering van respectievelijk ‘concertante jazz’ en jazz met cross-overs naar hiphop, soul, de dansbare jazz voor een jong publiek. Beide podia dragen actief bij aan de programmering op locaties in de stad. Naast deze podia zijn er ook veel andere locaties en festivals in de stad waar jazz wordt geprogrammeerd. Daarnaast ziet de Raad nog ruimte voor verbetering van het klimaat voor makers in de jazz. Codarts levert weliswaar veel uitstekende musici af, maar die zijn in het begin van hun carrière nog niet altijd in staat zich als zelfstandig artiest en ondernemer te ontplooien. Het Batavierhuis en de HBS vormen daar de uitgelezen plekken voor, maar aangezien deze organisaties nog niet lang bestaan en geen aanvraag hebben ingediend, is hun rol nog niet uitgekristalliseerd. De Raad constateert dat de muzikale schotten van vroeger steeds minder van toepassing zijn, en stijlen en genres meer en meer met elkaar mengen.
De Raad raadt de podia die een rol spelen in jazzprogrammering aan de komende vier jaar te onderzoeken of een jazz-up-model (naar analogie van het pop-upmodel) voor hen interessant is.

Urban arts
Urban arts in Rotterdam zijn sterk in ontwikkeling. In Rotterdam zijn Epitome Entertainment, HipHopHuis, Music Matters en Popunie al langer actief in deze discipline. Urban is een verzamelnaam: urban disciplines laten een grote diversiteit zien die zich ook uitstrekt tot sport, art (graffiti, tatoeages, bodypainting, streetart, pentekenen), hiphopdans, breakdance, rap, spoken word, panna, b-ball, freerunning, BMX, skateboarden, e-sport, inline skaten en calisthenics.

Culturele betekenis
De Raad signaleert dat deze Cultuurplanronde helaas geen positief beoordeelde plannen heeft opgeleverd voor de presentatie en productie van hiphop en elektronische muziek. De aanvragen uit de urban hoek waren vooral gericht op talentontwikkeling. De Raad is daar uiteraard blij mee en ziet dit deels als de oogst van het lopende Cultuurplan. Maar hoe belangrijk ook, de verdere ontwikkeling stokt als er geen doorstroom mogelijk is naar productie en presentatie. De Raad ziet hiervoor wel enige aandacht ontstaan, en eenmaal ‘doorgebroken’ hiphopacts kunnen eigenlijk overal wel terecht. Ook op grassroots niveau gebeuren interessante dingen in de stad, maar het gebrek aan structurele aandacht voor productie- en speelplekken voor urban stromingen in het gesubsidieerde circuit blijft zorgwekkend; de keten is nog niet compleet.

Bedrijfsvoering
De Raad ziet dat subsidiëring in het Cultuurplan grote bedrijfsmatige verantwoordelijkheden en langetermijnplanning met zich mee brengt. Dit lukt niet iedereen, zeker niet zonder professionele begeleiding. Mogelijk zijn er – als die begeleiding structureel beschikbaar komt – over vier jaar grassroots organisaties die wel bereid en in staat zijn om een goed plan te maken. De Raad adviseert de gemeente oog te hebben voor deze fasering en er rekening mee te houden dat de kleine organisaties die er nu zijn, op termijn kunnen doorgroeien. Met begeleiding én een aansluitende keten van subsidieregelingen, waarmee jonge organisaties zowel artistiek als bedrijfsmatig kunnen doorgroeien, is de kans van slagen groter. Op die manier kunnen ook kleine en grassroots organisaties rijp gemaakt worden voor deelname aan het Cultuurplan. De proeftuin Campus Coolhaven kan hiervoor een bruikbaar en breed inzetbaar model opleveren.

De Raad constateert dat de aanvragers in deze discipline uiteenlopend ‘scoren’ wat betreft hun financieringsmix. De kwalificaties variëren van goed (Baroeg, Jazzpodium Rotterdam (BIRD), GROUNDS, Matrix Rotterdam, Motel Mozaïque, North Sea Round Town, Popunie en WORM) via redelijk (Rotown, De Nieuwe Lichting), onduidelijk (House of Heroes) en risicovol (Metropolis Festival, Operator Radio, Rotterdam Unlimited) tot ongeloofwaardig (Culture Unlimited). Dit geldt eveneens voor hoe organisatie de Fair Practice Code hanteren en fair pay toepassen.
Baroeg betaalt al cao-conform. Een aantal instellingen heeft een helder plan om in de toekomst over te gaan tot fair pay en noemt daar een concreet bedrag bij (GROUNDS, Operator Radio, Popunie, Rotown, Rotterdam Unlimited en WORM). De Nieuwe Lichting, Matrix Rotterdam en Motel Mozaïque hebben een goed plan, maar noemen geen bedrag. Enkele instellingen hebben een kwalitatief matig tot slecht of helemaal geen plan: Culture Unlimited, Jazzpodium Rotterdam (BIRD), House of Heroes, Jazz International Rotterdam, Metropolis Festival en North Sea Round Town. 

Publiek
In deze tabel zijn de gegevens van twaalf van de zestien beoordeelde instellingen opgenomen: Jazzpodium Rotterdam (BIRD), Rotown, GROUNDS, Jazz International Rotterdam, Baroeg, Motel Mozaïque, Popunie, WORM, Metropolis Festival, North Sea Round Town, De Nieuwe Lichting, Rotterdam Unlimited.

Deze twaalf instellingen uit de discipline Muziek (Jazz/Pop/Urban) laten een ander beeld zien dan andere disciplines. Ook bij hen is de publieksgroep ‘stadse alleseters’ oververtegenwoordigd. Dat geldt ook voor de ‘actieve families’ en ‘digitale kijkers’. Opvallend is het goede bereik van de ‘stedelijke toekomstbouwers’. Waar deze publieksgroep in andere disciplines sterk ondervertegenwoordigd is, weten deze muziekinstellingen hen gemiddeld te bereiken. Bij de groep ‘wijkgerichte vrijetijdsgenieters’, maar ook bij de ‘klassieke kunstliefhebbers’ en de ‘Randstedelijke gemakzoekers zijn deze instellingen minder populair.

De Raad
Bij de beoordeling van de aanvragen binnen de discipline Muziek (Jazz/Pop/Urban) vindt de Raad het van belang dat Rotterdammers de komende vier jaar kunnen kiezen uit een rijk en gelaagd aanbod aan muziek uit verschillende genres (lokaal, nationaal en internationaal).
De Raad constateert dat veel aanvragen binnen de sector talentontwikkeling zich ook richten op muziek. De Raad acht het van belang dat er voor talent in ontwikkeling voldoende professionele mogelijkheden zijn, waaronder podia om zich te kunnen presenteren.
Gezien het belang van innovatie in de muziek door digitale ontwikkelingen had de Raad meer aandacht voor dit aspect willen terugzien in de aanvragen. In het kader van vernieuwing zou het daarbij goed zijn als meer jong talent doorstroomt naar de top van organisaties.
Zowel het succesvolle pop-upmodel op het gebied van stadsprogrammering als de samenwerking in deze sector kunnen als voorbeeld dienen voor andere sectoren in Rotterdam.