Letteren en debat

Letteren en Debat. Positief beoordeelde aanvragen

* Prijspeil 2020, Bron: Gemeente Rotterdam

Letteren en Debat. Negatief beoordeelde aanvragen

Het aantal aanvragen binnen Letteren en debat is ten opzichte van de vorige periode explosief gegroeid. Dit geeft de dynamiek van de sector goed weer. Letteren is een relatief kleine, maar actieve sector. Vooral de jonge garde roert zich. Die groeiende groep jonge Rotterdammers, divers in alle zinnen van het woord, lijkt zich steeds vaker toe te leggen op de kunst van het schrijven.

Tegelijkertijd is de letterensector kwetsbaar. Met slechts drie instellingen binnen het Cultuurplan in de periode 2017-2020, zijn het vooral de kleine, ongesubsidieerde organisaties die nieuwe perspectieven en stemmen in de sector mee helpen ontwikkelen. Daarnaast speelt het landelijk gesignaleerde probleem van ontlezing en laaggeletterdheid ook in Rotterdam nog steeds een grote rol.

Het Rotterdamse Letterenveld bestaat uit: schrijvers, performers, uitgevers, boekhandelaren, podia, bibliotheken en debat- en cursuscentra en om de twee jaar een nieuwe stadsdichter. Het veld kenmerkt zich door zijn informele karakter; mensen en organisaties kennen elkaar. De sector was lang gefragmenteerd en behept met tegenstrijdige visies en belangen. Dat tij lijkt te keren.

Samenwerken lijkt het meest vanzelfsprekend binnen spoken word. Daarvan getuigt ook 010saysitall, een samenwerkingsverband van diverse spoken word-organisaties, dat resulteerde in een meerdaags festival. In 2017 won 010saysitall de eerste Doro Siepel Prijs, jaarlijks uitgereikt aan culturele organisaties die zich hard maken voor het aantrekken van nieuwe groepen bezoekers. Maar ook andere spoken word-organisaties hebben onderling nauw contact. Dankzij deze korte lijnen wisselen performers gemakkelijk tussen de verschillende podia. Daarmee bestaat spoken word in Rotterdam uit een vrij overzichtelijk netwerk waarbinnen veelal beginnende performers zich in een veilige omgeving het vak eigen kunnen maken. Performers die zich verder willen ontwikkelen, hebben daartoe weinig beschikbare plekken, maar kunnen bijvoorbeeld terecht bij Spraakuhloos of bij Poetry Circle Nowhere dat losse workshops en workshopreeksen organiseert in zes steden, waaronder Rotterdam.

Spoken word-organisaties hebben nog weinig aansluiting met gevestigde instellingen en vice versa; wederkerige samenwerkingen komen nog niet veel voor. Toch lijkt spoken word binnen de Letteren inmiddels een geaccepteerd genre; performers zijn veelgevraagde artiesten, ook door organisaties die doorgaans neigen naar ‘klassiekere’ uitingen van kunst. Of het genre inmiddels ook evenredig gewaardeerd wordt als cultuuruiting met kwaliteit is nog de vraag. Rotterdam koestert het genre en geldt als spoken word-stad.

Ook het landelijke epicentrum van de poëzie bevindt zich in Rotterdam; Poetry International bestond in 2019 vijftig jaar en presenteert al die tijd dichters en gedichten van over de hele wereld op het jaarlijkse, meerdaagse Poetry International Festival.

Op het gebied van schrijfeducatie is landelijk gezien een toenemende professionalisering waar te nemen. Nederland kent inmiddels enkele steden – Amsterdam, Arnhem, Utrecht – waar het vak schrijven wordt onderricht. In Rotterdam is er geen hbo-of wo-opleiding voor schrijvers. Aspirant-schrijvers kunnen in Rotterdam onder andere terecht bij organisaties, waaraan SKVR Schrijven zijn cursusaanbod overdroeg: The Writer’s Guide (to the Galaxy) en De Schrijfschool. Wie wil leren performen kan naar een van de (open) podia die Rotterdam rijk is, zoals Verbalism, Alfabetsoep, Unwanted Words en Grrrls take the mic. Het is vooral de opvallende opkomst van deze (open) podia, niet zelden sterk sociaal-politiek geëngageerd, die de letterensector in Rotterdam de afgelopen jaren kleurt.

Nieuw in Rotterdam is de Woordalliantie, een samenwerkingsverband tussen vooral jonge literaire organisaties. De alliantie is het initiatief van The Writer’s Guide (to the Galaxy); onder andere Frontaal Podium en Spraakuhloos maken er deel van uit. Het is voor het eerst sinds 2015, toen het Letterenoverleg strandde, dat verschillende partijen uit Rotterdam zich met vereende krachten inzetten voor de versteviging en verduurzaming van het literaire veld.

Nu de literaire tijdschriften, doorgaans een belangrijke proeftuin voor schrijvers, langzaam van het toneel verdwijnen, lijken de ‘laboratoria’ binnen de Letteren zich te verplaatsen van het papieren blad naar het (digitale) podium met blogs, vlogs en podcasts. Te midden van deze digitale rijkdom vervullen debatcentra als analoge ankers een cruciale rol. Organisaties als Arminius, De Dépendance en LOKAAL zijn in Rotterdam aanjagers van reflectie en debat. Het verheugt de Raad dat ook bij debatcentra – die zijn over het algemeen vrij wit – het besef lijkt te groeien dat inclusiviteit een noodzaak is.

Culturele betekenis
De vele nieuwkomers in het literaire veld lijken zich goed bewust te zijn van zowel hun omgeving als hun eigen identiteit: hierdoor is er relatief weinig overlap in activiteiten en bestaat er, verspreid over de stad, een breed aanbod voor verschillende literaire smaken en voorkeuren. Voor de nieuwe aanvragers is inclusiviteit geen vraagstuk, maar een gegeven: als organisatie zijn zij vaak zelf divers. Ze weten nieuw publiek te bereiken door het oprekken van de term ‘literatuur’ en door het genre te koppelen aan popcultuur.

Voor het eerst maken spoken word-organisaties aanspraak op subsidie uit het Cultuurplan. Het genre past bij de nieuwe ‘democratische’ manier van schrijven, die er meer dan ooit op gericht is te delen, zowel het schrijfproces als het resultaat. Het uitwisselen van kennis en het scherpen van gedachten vindt ook plaats binnen de debatcentra die Rotterdam rijk is. Nieuwe aanvrager voor dit cultuurplan is De Dépendance, dat evenals Arminius gesprekken over en voor de stad faciliteert. Deze centra pakken thema’s op die Rotterdam herkent of verrast en hebben aandacht voor meerstemmigheid binnen de organisatie en op het podium.

De Raad is verheugd over de waarde en betekenis van de aanvragers, omdat de programma’s zich onderscheiden door hun kwaliteit waarmee ze een veelal nieuw publiek trekken. Een van de aanvragers is het icoon van kwaliteit en best practice: Poetry International die met haar poëziefestival internationale allure geeft aan Rotterdam. Ook Verhalenhuis Belvédère, actief op wijkniveau en gewaardeerd tot over de Nederlandse grenzen mag trots zijn op zijn status, om de wijze waarop het (immaterieel) erfgoed verzamelt en culturen verbindt. 

Bedrijfsvoering
In veruit de meeste gevallen reflecteert de bedrijfsvoering heel helder de levensfase waarin de organisatie zich bevindt. Voor de (middel)grote organisaties ziet de Raad wat betreft de financieringsmix kansen in het stimuleren van eigen inkomsten, zonder dat acuut gevaar dreigt voor de soliditeit van de organisatie. Dat is anders bij de nieuwkomers. Daar schuilt vaak kwetsbaarheid in de mate waarin de organisatie afhankelijk is van niet alleen gemeentelijke subsidie, maar ook van de kracht van de initiatiefnemer/directeur. Die is niet alleen sleuteldrager van kennis en netwerk, maar vaak ook uitvoerder op alle niveaus, van inhoud tot marketing en van productie tot beleid. Overbelasting ligt dan op de loer, vooral als het succes groeit. Bij een aantal nieuwe aanvragers leeft de begrijpelijke wens te professionaliseren. Extra middelen en menskracht zouden de directeur in staat stellen zich op overkoepelende taken te concentreren, zoals andere financieringsvormen werven. Binnen de vrij horizontaal ingerichte organisaties uit de Woordalliantie, wordt fair pay principieel toegepast voor ingehuurde krachten. Dit gaat echter vaak ten koste van de vergoedingen voor het eigen personeel, omdat er niet genoeg geld is. Tot slot valt de realiteitszin op bij de ingediende aanvragen. Op een enkeling na, hingen begroting en geplande activiteiten van de aanvragers evenwichtig samen. Vooral de nieuwkomers verdienen hiervoor een compliment. 

Publiek
Deze figuur is gebaseerd op slechts vier van de dertien beoordeelde instellingen, namelijk Arminius, Poetry International, Rotown Magic, Verhalenhuis Belvédère.  

Deze vier instellingen uit de discipline Letteren en Debat laten een oververtegenwoordiging zien van de publieksgroepen ‘stadse alleseters’, ‘elitaire cultuurminnaars’ en ‘klassieke kunstliefhebbers’. Opvallend is dat de groep ‘medium users’ – ‘actieve families, Randstedelijke gemakzoekers’ – licht ondervertegenwoordigd is. De groep ‘digitale kijkers’ wordt wel goed aangesproken door deze discipline. Net als veel andere disciplines laten de instellingen voor Letteren en Debat een ondervertegenwoordiging zien in het publieksbereik onder ‘stedelijke toekomstbouwers’ en ‘wijkgerichte vrijetijdsgenieters’.

De Raad
De Raad is blij verrast door het hoge aantal nieuwe aanvragers binnen Letteren & Debat, die in staat zijn doelgroepen te bereiken die tot nu toe niet of minder werden aangesproken. Het veld wordt zo completer en volwaardiger; het biedt als geen ander een mix van artistieke kwaliteit, maatschappelijke betrokkenheid en intellectueel debat. De Raad heeft bij de beoordeling van de aanvragen binnen de discipline Letteren & Debat het accent gelegd op organisaties die bijdragen aan het toegankelijker maken van het veld door de term ‘literatuur’ breder dan canoniek op te vatten.
Daarnaast wil de Raad zijn advies binnen deze discipline een reflectie laten zijn van de ontwikkelingen in het veld: letteren & debat wordt ‘jonger’, inclusiever en richt zich meer naar buiten.
Voor spoken word-stad Rotterdam vindt de Raad het bovendien van belang dat spoken word een plek krijgt binnen het Cultuurplan. Tijdens de vorige Cultuurplanperiode ontbrak deze kunstvorm; het verheugt de Raad dat zich voor de periode 2021-2024 twee spoken word-organisaties aandienen.