4. BKV-gelden en Collectiebeleid

4.1 Beeldende Kunst en Vormgeving-gelden (BKV-gelden)

Aanleiding
Tegelijkertijd met het gemeentelijk Cultuurplanbudget 2021-2024 worden ook de gelden voor Beeldende Kunst en Vormgeving verdeeld. Met deze zogeheten BKV-gelden beoogt het Rijk:

  • ruimte te bieden aan talent;
  • de relatie tussen productie en presentatie te verbeteren;
  • de relatie tussen aanbod en publiek te verbeteren;
  • de kracht en professionalisering van de sector te versterken.

De BKV-gelden maken als decentralisatie-uitkering deel uit van de bijdrage die Rotterdam ontvangt uit het gemeentefonds. Er is een bedrag van € 2.266.000 beschikbaar. Instellingen die beeldende kunst of vormgeving als kernactiviteit hebben, kunnen een aanvraag indienen voor dit specifieke budget.

De gemeente Rotterdam kiest ervoor de middelen primair ten goede te laten komen aan de beroepspraktijk en professionalisering van in Rotterdam ingeschreven beeldend kunstenaars en vormgevers. Instellingen die kernactiviteiten ontwikkelen op het gebied van beeldende kunst en/of vormgeving kunnen een aanvraag voor dit specifieke budget indienen, bijvoorbeeld voor tentoonstellingen met werk van (jonge) Rotterdamse kunstenaars, opdrachten voor nieuw werk van Rotterdamse kunstenaars, opdrachten voor onderzoek door en ontwikkeling van Rotterdamse kunstenaars.

Uit de aanvraag van de instellingen die hiervoor in aanmerking willen komen moet blijken dat het overgrote deel van de gevraagde middelen rechtstreeks ten goede komt aan inkomensvorming in het kader van de beroepspraktijk van kunstenaars en niet aan activiteitenlasten, algemene (apparaat)kosten, personeels- en overheadkosten van de instelling. Als richtlijn geldt dat ten minste 70 procent van het BKV-budget ingezet moet worden voor activiteiten die inkomensvormend zijn. Onder inkomensvormend wordt verstaan: alle inkomsten van een kunstenaar uit hoofde van zijn kunstenaarschap minus de omzetbelasting en minus directe, toerekenbare projectkosten. De toerekenbare projectkosten zijn betalingen aan derden die bij de uitvoering van het project betrokken zijn, dus niet de eigen uren van de kunstenaar voor het project, evenmin algemene en vaste bedrijfskosten van de kunstenaar.

Adviesaanvraag
Het college van B&W heeft in zijn adviesaanvraag de RRKC verzocht, bij de beoordeling van de Cultuurplanaanvragen op het terrein van beeldende kunst en vormgeving, de inzet van de BKV-regeling te betrekken. Het College heeft de RRKC verzocht de aanvragen van instellingen die een beroep doen op de BKV-regeling te beoordelen op:

  • of en hoe het plan bijdraagt aan het productieklimaat voor beeldende kunst en vormgeving;
  • of het plan voldoet aan het uitgangspunt dat de bijdrage uit de BKV-gelden zoveel mogelijk ten goede komt aan de inkomensvorming in het kader van de beroepspraktijk van de begunstigde kunstenaars, waarbij wordt vastgehouden aan het streven om minstens 70 procent van de activiteiten inkomensvormend te laten zijn.

Werkwijze RRKC
De RRKC heeft de aanvragen voor de BKV-regeling primair beoordeeld op basis van bovenstaande punten. Daarnaast heeft de RRKC de BKV-aanvraag beoordeeld vanuit het uitgangspunt dat de BKV-aanvraag samenhang moet vertonen met het meerjarenbeleidsplan zoals dat door de instellingen in het kader van hun Cultuurplanaanvraag is voorgelegd. De Raad heeft tot slot gekeken naar de wijze waarop de ingediende plannen:

  • bijdragen aan een groter en diverser bereik onder Rotterdamse kunstenaars;
  • in hun begroting helder en inzichtelijk maken hoe de aangevraagde BKV-middelen vertaald worden in kunstenaarshonoraria.

Er zijn veertien organisaties die een aanvraag voor de BKV-gelden hebben ingediend; negen van deze organisaties ontvingen al BKV-subsidie en vragen nu een verhoging van het subsidiebedrag aan. Eén organisatie ontving al BKV-subsidie en vraagt nu een lager bedrag aan. Drie organisaties doen voor het eerst aanspraak op BKV-gelden. Eén organisatie ontving BKV-subsidie en vraagt niet aan voor de periode 2012-2024. Het beschikbare BKV-budget wordt in totaal met € 288.080 overvraagd . De positief beoordeelde BKV-aanvragen vallen echter binnen het budget.

De RRKC komt op basis van bovenstaande criteria tot de volgende conclusie voor de veertien aanvragers van BKV-gelden:

BKV aanvragen 2021 - 2024

Argumentatie per aanvrager

AVL Mundo
AVL Mundo heeft als missie het maken en beheren van een collectie van de kunstwerken van Atelier van Lieshout. AVL Mundo faciliteert werkruimte voor jong talent en organiseert tentoonstellingen en publieksactiviteiten. Ook maakt de organisatie gewenste en ongewenste kunstinterventies mogelijk. De afgelopen jaren heeft de stichting veel activiteiten ontplooid in het internationale kunst- en cultuurklimaat. De organisatie draagt zo bij aan de zichtbaarheid van Rotterdam als beeldende-kunststad. De organisatie geeft aan dat ze 100 procent van de artist fees besteedt aan inkomensvorming van, veelal, Rotterdamse kunstenaars. De Raad juicht dit toe en adviseert de BKV-aanvraag van AVL Mundo te honoreren.

CBK Rotterdam
Omdat het CBK zelf subsidieverstrekker is vanuit de BKV-gelden, heeft de organisatie een voorbeeldfunctie en deze vervult het CBK volgens de Raad goed. In de aanvraag zet de organisatie helder uiteen hoe de BKV-gelden worden besteed: via O&O (Art Office), activiteiten in de stad, internationale activiteiten en het kunstenaars-en educatieprogramma van TENT. Dit komt volgens de Raad overeen met de activiteiten zoals vermeld in het meerjarenbeleidsplan. Voor de Cultuurplanperiode 2021-2024 vraagt het CBK aandacht voor twee ontwikkelingen waarop het extra moet investeren. Een investering van € 65.000 is nodig voor de inkomenspositie van het groeiend aantal kunstenaars in Rotterdam en kunstenaars/stadsmakers die bijdragen aan de culturele dynamiek in Rotterdam. De Raad herkent deze aandachtspunten en vindt het terecht dat het CBK hier extra middelen voor vraagt. De Raad adviseert de gevraagde BKV-gelden toe te kennen met de aanbeveling dat het CBK het college informeert over hoe het de extra middelen concreet wil inzetten.

Chabot Museum
Het Chabot Museum wil de BKV-gelden inzetten voor cultuuronderwijs en talentontwikkeling.

Het educatieve programma voor scholen zoals beschreven in het meerjarenbeleidsplan wordt door het museum uitgevoerd en geëvalueerd met een tweetal professionele vormgevers/educatoren die in dienst zijn van de stichting en een aantal beeldend kunstenaars/museumdocenten. Afhankelijk van de ervaringen met de schoolgroepen in het museum wordt het aanbod verder ontwikkeld en worden keuzes gemaakt. Het Chabot Museum stemt af op en wisselt ervaringen uit met educatieve netwerken in Rotterdam (KCR, Cultuurscouts etc.). Op dit moment bestaat het team uit vier personen. Het Chabot Museum wil deze groep uitbreiden naar zes, om de gewenste groei te realiseren. Het museum streeft naar diversiteit van deze groep. De versterking komt van de inzet van freelance autonome kunstenaars. Het Chabot Museum betaalt de kunstenaars volgens de richtlijn kunstenaarshonoraria en het bedrag wordt voor 100 procent gebruikt om de honoraria te betalen. De Raad adviseert de gevraagde bijdrage toe te kennen, omdat de aanvrager naar zijn oordeel de activiteiten op het gebied van cultuuronderwijs en talentontwikkeling kwalitatief goed aanpakt. Voorwaarde is wel dat het bedrag ten goede komt aan Rotterdamse kunstenaars.

Extra Extra
In de periode 2021-2024 zal Extra Extra de BKV- gelden inzetten om de keten tussen productie, presentatie en publicatie binnen het platform te versterken op basis van opdrachten aan Rotterdamse kunstenaars en ontwerpers. De BKV-gelden worden aangewend voor honoraria van kunstenaars die nieuwe design- en beeldende kunstwerken creëren, en de ontwikkeling van bijpassend grafisch ontwerp. Gedacht wordt aan de architecten Giovanni Bellotti en Alessandra Covini, grafisch ontwerper Joseph Hughes, grafisch ontwerper Catelijne van Middelkoop; ontwerper Sabine Marcelis en beeldend kunstenaars Marlike Mars, Madison Bycroft en Stacii Samidin. De Raad is enthousiast over de manier waarop Extra Extra zich als een nieuw soort fluïde platform manifesteert, en daarbij makers uit verschillende disciplines betrekt. Daarom adviseert de Raad de BKV-gelden toe te kennen.

HiphopInJeSmoel
HiphopInJeSmoel (HIJS) wil met behulp van BKV-gelden streetart in Rotterdam realiseren en de beroepspraktijk en talentontwikkeling van streetart kunstenaars bevorderen. Dit is het achterliggende doel van de kernactiviteit van de organisatie en sluit volgens de Raad naadloos aan op de beschreven plannen in het meerjarenbeleidsplan. De Raad onderschrijft de mening van HIJS dat er voor streetart kunstenaars nog veel te winnen is, wat betreft de erkenning van hun beroepspraktijk en een passend honorarium. De Raad complimenteert HIJS met de wijze waarop de organisatie hiervoor verantwoordelijkheid wil nemen. De Raad vindt dat deze verantwoordelijkheid aan HIJS toevertrouwd kan worden en adviseert de gevraagde bijdrage toe te kennen. De Raad adviseert HIJS om voortaan helder in de begroting op te nemen dat zij de BKV-gelden voor meer dan 70 procent inkomensvormend voor de kunstenaar laten zijn.

MAMA
MAMA doet een beroep op de BKV-regeling om de randprogrammering en de content op www.thisismama.nl van een stevige Rotterdamse component te voorzien. De BKV-gelden moeten bijdragen aan een eerlijk honorarium en nieuwe experimenten in de beroepspraktijk. Dit sluit goed aan bij de kernactiviteiten van de organisatie waarin het podium bieden aan nieuw (Rotterdams) talent centraal staat. Door de inzet op een eerlijk honorarium sluiten de voornemens ook aan bij de norm dat de BKV-gelden grotendeels moeten worden ingezet voor inkomensvormende activiteiten. De Raad adviseert de gevraagde bijdrage toe te kennen.

Museum Boijmans Van Beuningen
Museum Boijmans Van Beuningen wil BKV-gelden benutten voor opdrachten/residencies aan Rotterdamse beeldend kunstenaars. In het bijzonder worden met de gelden opdrachten gegeven aan Rotterdamse kunstenaars in het kader van educatie en publieksprojecten. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat veel beeldend kunstenaars educatie en lesgeven als een integraal onderdeel zien van hun artistieke praktijk. Museum Boijmans Van Beuningen wil de kunstenaars inzetten in een artist in residence programma in de Boijmans Transit Academie. Elk jaar worden drie Rotterdamse kunstenaars uitgenodigd om op locatie in dialoog met het publiek nieuw werk te maken. Met de BKV-bijdrage wil het museum de expertise van Rotterdamse kunstenaars aanwenden voor het speerpunt Museum en maatschappij, waarbinnen publieksprojecten plaatsvinden over de toekomst van het museum, de stad en de wereld. De Raad adviseert de gevraagde bijdrage toe te kennen, omdat het initiatief voor een Boijmans Transit Academie waardering verdient.

PrintRoom
PrintRoom wil de gevraagde bijdrage BKV-gelden inzetten voor het honorarium van Rotterdamse kunstenaars en ontwerpers bij boekpresentaties, publicaties in opdracht, tentoonstellingen, performances, lezingen en artistieke bijdragen aan (archief)projecten. Gezien de unieke functie die PrintRoom in Rotterdam, maar ook internationaal, vervult als plek voor presentatie en productie van uiteenlopende vormen van prints en publicaties, adviseert de Raad de gevraagde BKV-gelden toe te kennen.

Roodkapje
De organisatie is een innovatief opererende broedplaats met een heldere visie en signatuur en wil de BKV-gelden via de Hamburger Community of Art inzetten voor het langdurig ondersteunen van kunstenaars, hen de kans te bieden werk te ontwikkelen en te presenteren, een eigen publiek op te bouwen en te werken aan een duurzame kunstenaarspraktijk. De Raad oordeelt positief over deze visie op ondersteuning, omdat die duurzaam is en daarmee het projectmatige overstijgt. De Raad complimenteert de organisatie met het gegeven dat zij ernaar streeft de BKV-gelden 100 procent inkomensvormend in te zetten. De Raad adviseert de gevraagde BKV-gelden toe te kennen.

Villa Zebra
Doordat Villa Zebra Rotterdamse kunstenaars opdracht geeft om werk bij Villa Zebra op locatie te maken, dragen de gelden voor minimaal 70 procent bij aan inkomensvorming.

Villa Zebra heeft de ambitie de opgedane ervaring met gastateliers uit te breiden en meer in te zetten op samenwerking tussen ervaren kunstenaars en jonge makers. Deze ambitie ziet de Raad graag concreter vertaald in de presentatiefunctie (presentaties, kunstinstallaties, gastatelier, gastlessen/workshops). De Raad vindt dat de inhoud van de activiteiten met BKV-gelden past bij de rol van Villa Zebra en waardeert de unieke activiteiten die de organisatie creëert voor jonge kinderen om met beeldende kunst in aanraking te komen. De Raad adviseert om niet het aangevraagde BKV-bedrag van € 62.480 toe te kennen, maar de huidige BKV-subsidie wel te verhogen van € 53.000 tot een bedrag van € 60.900.

VIVID
De Raad adviseert VIVID niet langer te ondersteunen in het kader van het Cultuurplan. De organisatie weet onvoldoende te reageren op de actualiteit en overstijgt haar functie als galerie nauwelijks. Wat betreft de BKV-gelden ondersteunt VIVID jaarlijks een drietal Rotterdamse ontwerpers bij het produceren van nieuwe ontwerpen. Voor de nieuwe cultuurperiode wil VIVID de kennis en ervaring die het de afgelopen acht jaar opdeed bij het ontwikkelen van deze producten gebruiken en verder ontwikkelen. VIVID wil dit samen met gevestigde Rotterdamse ontwerpers, maar ook met nieuw talent doen, waarbij inclusiviteit een aandachtspunt zal zijn. De Raad erkent de waardevolle bijdrage die de galerie levert aan de ontwikkeling en promotie van het werk van Rotterdamse ontwerpers die de kans op opdrachten en hogere inkomsten voor hen doet stijgen. De Raad gaat niet akkoord met het hoger aangevraagde bedrag, maar handhaaft voor VIVID het bedrag uit de cultuurplanperiode 2017-2020.

V2_ Lab voor instabiele media
Door een extra inspanning gericht op regionale inbedding ziet V2_ een sterke toename van Rotterdamse talenten en gevorderde kunstenaars en ontwerpers in zijn activiteiten. V2_ zet daarbij BKV-gelden in om de praktijken van deze kunstenaars en ontwerpers te ontwikkelen, en hun resultaten regionale, landelijke en internationale zichtbaarheid te geven. In het meerjarenplan voor de komende vier jaar beschrijft V2_ hoe men samenwerkingen met festivals en presentatie-instellingen voor (door)ontwikkeling en presentatie van de gerealiseerde werken wil creëren, waarmee duurzame inkomensvorming en zichtbaarheid worden gestimuleerd. De Raad heeft vertrouwen in de koers die V2_ vaart en adviseert de gevraagde BKV-gelden toe te kennen.

Witte de With Center for Contemporary Art
De Raad mist in de aanvraag van Witte de With Center for Contemporary Art doelstellingen met betrekking tot de BKV-gelden. In de aanvraag zijn geen kernactiviteiten beschreven waarbij Rotterdamse kunstenaars worden betrokken. Of Rotterdamse kunstenaars met het beleidsprogramma worden ondersteund, kan de Raad daarom niet staven. De Raad heeft de indruk dat in de afgelopen Cultuurplanperiode nauwelijks Rotterdamse kunstenaars zijn geprogrammeerd; dat wekt geen vertrouwen. In de begroting is de grens tussen beheers- en activiteitenlasten vertroebeld, waardoor niet inzichtelijk wordt of en hoe de 70 procent inkomensvormende activiteiten worden geborgd. De Raad adviseert de aangevraagde BKV-gelden daarom niet toe te kennen.

WORM
Met zijn beeldende-kunst-, film- en performanceprogramma wil WORM een plek geven aan trans-disciplinair werkende kunstenaars. WORM doet dit door middel van exposities, voorstellingen, totaal-avonden, artist talks en exchange residencies, en WORM koppelt (internationale) kunstenaars(gemeenschappen) aan Rotterdamse initiatieven. De komende Cultuurplanperiode presenteert WORM New Year New Me, The Sex Worker’s opera (UK), Rodrigo Batista (BR) performances en Joost van der Wiel (NL) met zijn ‘sportkantine’. Ook zijn er coproducties met Hiphopinjesmoel, Krampus en Bledart Collective (BE). De genoemde programma’s vertonen directe samenhang met het kernprogramma van WORM. Volgens WORM voldoet de instelling aan de 70-procentnorm inkomensvormende activiteiten voor Rotterdamse kunstenaars, waardoor WORM bijdraagt aan de verbetering van het productieklimaat.

Uit de aanvraag valt niet op te maken of deze gerechtvaardigd is voor een periode van vier jaar. Ook is het de Raad niet helder hoe inhoud en omvang van de voorgenomen projecten zich tot de missie van de instelling verhouden, of dat de voorgenomen activiteiten van WORM de hoogte van het geadviseerde bedrag uit BKV-gelden voldoende onderbouwen. De RRKC adviseert de BKV-gelden aan WORM toe te kennen, mits de organisatie de aanvraag op het punt van BKV aanscherpt.